Analyse

Europese én Nederlandse hightech omhelzen elkaar

Paul van Gerven
Reading time: 2 minutes

De vier grootste Europese halfgeleiderregio‘s kruipen dichter op elkaar. Op 8 oktober werd op de Semicon Europe-beurs in Dresden het Silicon Europe-project aangekondigd. Hierin wordt onderzocht hoe Dresden, Eindhoven, Grenoble en Leuven elkaar kunnen aanvullen en helpen op het gebied van RD en human capital, en om vooral mkb-bedrijven meer van elkaar te laten profiteren. Hoofddoel is natuurlijk om de concurrentiepositie van de Europese halfgeleiderindustrie te versterken. De Europese Commissie financiert het project volledig.

De komende negen maanden zullen de regio‘s hun roadmaps naast elkaar leggen en analyseren op sterktes en zwaktes. Binnen een jaar moet er een ’foto‘ liggen op basis waarvan nieuwe verbindingen kunnen worden gelegd, die overigens in eigen projecten hun beslag zullen krijgen. Het overkoepelende toepassingsgebied is energiezuinige elektronica. Vanuit Nederland trekken Point-One, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij en Oost NV de kar, in Vlaanderen DSP Valley, in Frankrijk Minalogic en in Duitsland Silicon Saxony. In totaal vertegenwoordigen deze vier organisaties achthonderd bedrijven en kennisinstellingen, waaronder Globalfoundries, Infineon, NXP, Philips, STMicroelectronics en Thales.

Multinationals nemen al ruimschoots deel aan Europese onderzoeksprojecten onder de vlag van bijvoorbeeld Catrene en Eniac JTI, erkent Arjan Gelderblom van Point-One, maar deze relaties komen vaak op een ad-hocbasis tot stand. ’Wij willen toewerken naar een onderliggend masterplan van smart specialisation, waarin iedere regio doet waar zij het beste in is‘, aldus Gelderblom. ’Bovendien denken wij met name ook aan het mkb, dat moeilijker de weg vindt in Europa.‘

This article is exclusively available to premium members of Bits&Chips. Already a premium member? Please log in. Not yet a premium member? Become one and enjoy all the benefits.

Login

Related content