Your cart is currently empty!
Flopsectoren
Minister Kamp wachtte tot het zomerreces om de evaluatie van het Nederlandse topsectorenbeleid te publiceren. Zo kon hij ongegeneerd succes claimen zonder tegengas te krijgen. Van het politieke journaille hoef je dat het hele jaar door niet te verwachten op een onderwerp als dit, maar je weet nooit wat voor ellende een assertief Kamerlid weet te mobiliseren. Het in maart verschenen rapport verdween dus in een bureaula totdat iedereen op het strand lag. Vervolgens wilde Kamp het Financieele Dagblad, het enige dagblad dat consequent aandacht besteedt aan dit beleidsthema, alleen te woord staan onder Noord-Koreaanse voorwaarden.
Gelukkig is het rapport min of meer onafhankelijk tot stand gekomen en zijn de auteurs niet bang om kritische noten te kraken. Wie goed leest, moet constateren dat het topsectorenbeleid fundamenteel is mislukt.
Het topsectorenbeleid werd in 2011 gelanceerd onder het eerste kabinet-Rutte, door toenmalig minister Verhagen. De grondgedachte was om het bedrijfsleven te verleiden zijn tanden te zetten in maatschappelijke problemen als klimaatverandering en vergrijzing. Bedrijven bepalen waarin wordt geïnvesteerd, kennisinstellingen moeten dat ondersteunen en de overheid legt een beetje bij om de samenwerking te smeren – dat was de essentie. Zo slaan we drie vliegen in één klap, redeneerde het kabinet: economische groei, hogere r&d-uitgaven van het bedrijfsleven en verhoging van het welzijn.