Your cart is currently empty!
Ik hoef niet de grootste te hebben
Groene elektronica is voor veel bedrijven een marketingterm waarmee ze op het geweten van de milieubewuste consument willen inspelen. Maar zelfs bedrijven die zich oprecht verdiepen in de materie, levenscyclusanalyses uitvoeren en hun producten aanpassen om de globale impact op het milieu zo klein mogelijk te houden (in de laatste ’Guide to greener electronics‘ van Greenpeace scoren Nokia en Sony Ericsson heel goed), kunnen niet voorkomen dat zelfs hun ’groene‘ elektronica nog altijd te vervuilend is.
Dat ligt niet zozeer aan de technologie, maar aan het menselijke aspect van onze consumentenmarkt. De ingenieurs van een tv-producent kunnen nog zoveel moeite doen om de productie, het gebruik en de recyclage of vernietiging van tv‘s zo milieuvriendelijk mogelijk te maken, als de productontwikkelafdeling steeds grotere tv‘s ontwerpt, als de marketingafdeling iedereen probeert aan te praten dat ze zo‘n grote tv nodig hebben en als de media hun gevaarlijke enthousiasme voor gadgets de vrije loop laten, dan is het netto-effect dat die ’groene‘ tv‘s juist veel meer impact hebben op onze aarde dan de kleine vervuilende tv‘s van vroeger.
Maar voor zulke verhalen blijft de consument natuurlijk doof. De grote problemen in de wereld zijn nooit onze eigen schuld, maar altijd die van grote, gewetenloze bedrijven die het snelle geld najagen. Of dat willen we onszelf toch laten geloven. Dat wij door alle nieuwste gadgets te kopen en altijd de grootste te willen hebben die bedrijven juist groot maken en redenen geven om vervuilende producten te blijven produceren, dat kan er bij de meesten niet in.