André Leysen is een erkend captain of industry. Door zijn doortastende leiderschap bij scheepswerf Ahlers, mediagroep VUM en beeldverwerkingsbedrijf Agfa-Gevaert werd hij een van de grootse Belgische ondernemers ooit. Op 9 januari ontving hij een Lifetime Achievement Award van weekblad Trends. Wie is André Leysen en waarom moeten we hem kennen?
Een pragmaticus met een visie. Zo zou je de inmiddels tachtigjarige André Leysen kunnen omschrijven. Als je het carrièrepad van de man naloopt, valt op dat hij zich zonder enig probleem weet aan te passen aan zijn omgeving. Ook heeft hij menig bedrijf flink laten groeien.
Vanaf 1963 stond hij aan het hoofd van rederij Ahlers in Antwerpen, voorheen in handen van zijn Duitse schoonvader. Hij zag dat het familiebedrijf in die periode alleen kon overleven door de stap naar internationalisatie te maken. Hij bouwde de tien koppen tellende scheepsagentuur uit tot een onderneming met duizend man personeel. In 1976 verkocht hij driekwart ervan aan een Duits bedrijf.
Vlak daarna redde Leysen De Standaard en zijn uitgeverij, de Standaard Groep, van de ondergang. Hij maakte beide weer rendabel en doopte de mediagroep om tot Vlaamse Uitgeversmaatschappij (VUM). In 1979 stelde Agfa-Gevaert hem aan als CEO en voorzitter. Het bedrijf gebruikte destijds veel zilver in zijn productie van fotografische materiaal, röntgenfilms en films voor de grafische industrie. Door de zilvercrisis leed het zware verliezen. Leysen trok de Mortselaren weer op het droge door buitenlandse inmenging te zoeken.

Het Duitse Bayer, dat de helft van de aandelen in handen had, kon vers kapitaal inleggen, in tegenstelling tot Gevaert, dat de andere helft van het bedrijf bezat. Onder aanvoering van Leysen verkochten de Belgische aandeelhouders Agfa-Gevaert vervolgens helemaal aan Bayer, waardoor het Mortselse bedrijf Duits werd. Alhoewel Leysen daarmee het bedrijf van een gewisse dood redde, was het Belgische establishment niet zo blij met de Duitse identiteit; met Bekaert was het altijd het industriële paradepaardje van België geweest. Tot 1984 bleef Leysen succesvol aan als bestuurder in Mortsel.
Zowel bij Ahlers als bij Agfa-Gevaert zag hij als geen ander waar de kansen lagen voor groei en ontwikkeling. Hij leek daarbij niet bang om de identiteit van een bedrijf aan te passen aan de omstandigheden, van regionaal naar internationaal en van Belgisch naar Duits. Maar pragmatisme druipt niet alleen af van zijn professionele loopbaan. Het is de rode draad in zijn leven.
Jan Bohets, gepensioneerd journalist van De Standaard, schreef Leysens biografie, getiteld ’Met weloverwogen lichtzinnigheid‘. Het boek vertelt over Leysens jeugd. De man kwam uit een Vlaams-nationalistisch milieu. Zijn directe omgeving was niet antisemitisch, maar wilde Vlaamse afscheiding van België. Leysen was twaalf toen de oorlog uitbrak. Hij plooide zich naar zijn bezette omgeving, koos voor een Duitse middelbare school in Antwerpen en werd lid van de Hitlerjugend. Daar bleek de jonge Leysen al over leiderscapaciteiten te beschikken, want al gauw voerde hij een groep van honderd leeftijdsgenootjes aan.
Als zeventienjarige collaboreerde Leysen met het Duitse regime. In Berlijn vertaalde hij Nederlandse en Franse berichten op de Belgische radio naar het Duits. Vlak voordat de geallieerden Berlijn innamen, vluchtte hij via Oostenrijk en Zwitserland naar Antwerpen.
In de havenstad zag hij voor het eerst foto‘s van concentratiekampen. Daar schrok hij zo van dat hij besloot zich aan te geven bij de politie. De autoriteiten veroordeelden hem tot vier maanden gevangenisstraf. Zijn achttiende verjaardag bracht hij door in de cel. Leysens oorlogsverleden is er de reden van dat hij ongeveer de enige Belgische topondernemer is die nooit de baronstitel heeft gekregen.
Tegenover Bits&Chips roemt Bohets Leysens openheid en kracht om missers los te laten. Hij gaat verder en maakt toch weer het beste van de situatie die zich aandient. ’Na zijn vrijlating heeft Leysen volledig afstand genomen van zijn verleden. Hij heeft als ondernemer altijd geprobeerd om zich in dienst te stellen van de maatschappij en niet alleen bezig te zijn met geld verdienen. Hij heeft altijd gestreefd naar Europese integratie. In zijn autobiografie ’Achter de spiegel‘ heeft hij nadien nog openhartig over zijn oorlogservaringen verteld‘, aldus de biograaf.
Niet alleen België was zich bewust van Leysens bewogen en markante leven en zijn reputatie als ondernemer. Na de val van de muur in 1989 bleek dat hij internationaal gewicht in de schaal legde: hij was van 1990 tot 1994 de enige niet-Duitser die lid was van de Treuhandanstalt, een commissie die alle Oost-Duitse staatseigendombedrijven privatiseerde. Ook was hij van 1984 tot 1987 voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Onder zijn aanvoering kwamen sinds lange tijd akkoorden met de vakbonden tot stand.
Na zijn CEO-schap bij Agfa-Gevaert werd hij belegger. Leysen was lid van de raad van commissarissen van Philips, voorzitter van de Steenkolen Handels-Vereeniging (SHV) en lid van de toezichtraden van Agfa-Gevaert, Bayer, BMW, Deutsche Telekom en Veba.
De afgelopen tien jaar was Leysen niet meer actief als ondernemer, alleen nog als investeerder. Onlangs kocht hij voor miljoenen aan Agfa-Gevaert-aandelen. Zijn zoons hebben nu topfuncties in het bedrijfsleven. Christian Leysen is bestuursvoorzitter van Ahlers en bestuurslid bij Agfa-Gevaert. Thomas Leysen is gedelegeerd bestuurder bij Umicore en voorzitter van de VUM-raad van bestuur, inmiddels Corelio.