De eerder dit jaar aangekondigde Droneclash-competitie van de TU Delft, een wedstrijd bedoeld om de ontwikkeling van anti-dronemaatregelen te versnellen, stelt een prijzenpot in van totaal vijftigduizend euro. Het winnende team maakt kans op dertigduizend euro, de rest van het geld wordt verdeeld over verschillende andere prijzen.
Bij Droneclash is het de bedoeling dat teams het in een arena tegen elkaar opnemen. Ze moeten hun eigen queen-drone terwijl ze met een of meer fighter-drones proberen om de tegenstander uit te schakelen, en dat alles terwijl ze anti-drone-maatregelen van de organisatie ontwijken. De wedstrijd moet inzicht bieden in technieken die gebruikt kunnen worden om drones uit te schakelen.
Met het prijzengeld hoopt de organisatie tegemoet te komen aan de tijd en kosten die teams moeten maken. Dat moet ze over de streep trekken om mee te doen. De deadline voor inschrijvingen is tevens opgerekt, deelnemers hebben tot half november om zich aan te melden.
De wedstrijd werd in het voorjaar aangekondigd en stond oorspronkelijk voor december gepland, maar is ondertussen verschoven naar februari. Ook zijn de regels ondertussen iets versimpeld. De wedstrijd wordt gehouden op voormalig vliegveld Valkenburg nabij Katwijk, en wordt gekoppeld aan een beurs over anti-drone-technologieën. De wedstrijd wordt onder meer gesponsord door de politie, die erg geïnteresseerd is in het uit de lucht halen van drones.