Heleen Blesgraaf
7 June 2007

Het college van bestuur van de TU Delft wil wetenschappelijk medewerkers eerst een tijdelijk contract van twee tot vijf jaar geven. Pas na deze proefperiode komen ze in aanmerking voor een vaste aanstelling. De ondernemingsraad van de Delftse universiteit heeft forse bezwaren tegen tenure track, zoals deze vorm van loopbaanbeleid heet.

De aanpak moet zorgen voor een betere concurrentiepositie van de universiteit in de strijd om hoger opgeleide talentvolle wetenschappers. Potentiële toppers worden getrokken met duidelijkheid over hun loopbaanperspectief en aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden. Na de meerjarige proefperiode wordt een eindoordeel geveld over de jonge wetenschapper. Hierna krijgt hij een vaste aanstelling of moet zijn heil ergens anders zoeken.

Steeds meer Nederlandse universiteiten voeren het uit de VS overgewaaide instrument in. In het bijzonder bètaopleidingen, aangezien zij het meeste merken van de schaarste op de arbeidsmarkt.

Rijksuniversiteit Groningen, waar het systeem vijf jaar geleden is ingevoerd, verwelkomt binnenkort 36 adjunct-hoogleraren. Na nog eens vijf jaar worden zij ’echte‘ hoogleraren. Door de tenure track-systeem hoeven jonge wetenschappers niet meer te wachten tot een hoogleraar vertrekt om zelf deze rang te verkrijgen. Op dit moment telt Nederland ongeveer 2500 hoogleraren. Hugo Levie, hoofd arbeidsvoorwaarden van de VSNU, zegt in NRC dat ons land er door de tenure track 200 tot 250 hoogleraren bij krijgt.

De ondernemingsraad van de TU Delft moet nu advies uitbrengen over de nota van het college van bestuur waarin de plannen worden ontvouwd. De OR waarschuwt voor nadelige gevolgen. Volgens het orgaan worden academici in een onzekere positie geplaatst. Ook is er veel bezwaar tegen de ondergeschoven positie van de docent.