De man wenkt dat de camera dichterbij moet komen. In een halfverlichte, kale ruimte staat een brancard. De man trekt het laken van de brancard weg en het behaarde gezicht van Saddam wordt zichtbaar. De strop zit nog om zijn keel. Nauwelijks is de kijker bekomen van dit beeld of Saddam opent zijn ogen. Even later vlucht de Youtube-camera, op de hielen gezeten door een wraakzuchtige dictator (zie www.youtube.com/watch?v=GGyPH-7IPk4).
De laatste decennia zijn veel autoritaire regimes door crises in hun land aan hun einde gekomen. In Zuid-Amerika zijn de heersende elites vervangen door ’volksregeringen‘, terwijl in Oost-Europa de communistische regimes gedemocratiseerd zijn. Althans dat denken we graag. Steeds duidelijker blijkt dat veel veranderingen vooral over de uiterlijke schijn gaan. Vele zogenaamde democratische parlementen zitten vol met vroegere krijgsheren, het middenkader van de oude staatspartij of de kinderen van de elites. Zo blijven de geijkte patronen in de samenleving nog lange tijd bestaan. Je kunt dictators ophangen, de bestuurslaag die hun geestelijke erfenis draagt, bepaalt echter nog jaren de gang van zaken.
In een competitieve wereld moeten bedrijven en financiële instellingen efficiënt werken. Blijkbaar gaat dat goed met een autoritaire organisatievorm. Een vergelijking met bijvoorbeeld een ouderwets communistisch bewind levert dan ook de nodige parallellen op: de aanbeden partijleider, de apparatsjiks, het jaknikkende partijapparaat, de partijkrant, de partijmantra, het partijcongres, het conformerende kledinggedrag, de houding tegenover interne kritiek. O ja, en het voetvolk betaalt de rekening.
Geheel toevallig viel in 1989 de Berlijnse muur op het ogenblik dat er weer een crisis was in de elektronica-industrie. Er volgde een periode met massaontslagen, grote projecten werden gestopt, draconische maatregelen waren nodig. Maar veranderde er echt iets in de mentaliteit van de bedrijven? ’Als je in je handen klapt onder een boom met vogels, dan vliegen die vogels wel op, maar even later zitten ze weer op dezelfde takken. Sommige boombewoners zitten een tak hoger, andere een tak lager, maar ze hebben allemaal weer een plek in de boom‘, luidt een vaak gehoorde metafoor uit die tijd. Tien jaar later schudde de hightechboom op zijn wortels door de internetbubbel. Een paar takken braken af, maar twee jaar later liepen dezelfde figuren weer in dezelfde bestuurskamers rond.
Ook de huidige crisis verloopt volgens het geijkte patroon: topmannen worden (tijdelijk) geofferd, ze belijden oprechte spijt, de buitenkant krijgt een nieuwe verflaag, nieuwe symbolen vervangen de oude en uiteraard de onvermijdelijke massaontslagen. Maar daaronder blijven de geijkte patronen gewoon doorgaan met dezelfde gezichten. De bestaande bestuurslaag heeft het monopolie om de ondernemingen draaiende te houden. Daardoor zal er zo snel niets veranderen. De rotte plekken die zijn ingesleten door de bonuscorruptie krijg je niet weg met een plamuurlaagje van het merk Obama.
Een nieuwe balans tussen de financiële, sociale en milieubelangen zal pas worden gevonden nadat de huidige generatie industriebestuurders met pensioen is gegaan. De vergelijking met de politiek levert wel een lichtpuntje. Als de versleten structuren helemaal uit elkaar vallen, zoals de Sovjet-Unie, dan kan het veranderingsproces in een positieve stroomversnelling raken. Dan zijn er kansen in een wereld waar bedrijven van positie wisselen als ijsschotsen in een kruiende rivier. Misschien liggen onder het volgende laken wel een paar kerngezonde baby‘s.