Meer dan drie jaar hard gewerkt aan een mooie innovatie: een systeem dat bloedluispopulatie in een kippenlegstal kan meten. Waarom? Omdat bloedluizen daar de grootste plaag zijn. In Nederland heeft 94 procent van de legstallen er last van. De jaarlijkse schade voor de boer bedraagt naar schatting minimaal 45 cent per hen.
Bloedluizen zijn zeer vervelende parasieten: overdag verstoppen ze zich, ’s nachts storten ze zich met duizenden tegelijk op één kip. Dit alles met grote gevolgen: bloedarmoede, verlaging van de weerstand, tot aan mortaliteit. Niet fijn voor de kip. Door het bloedverlies van soms meer dan twee procent per nacht heeft ze ook meer voer nodig en legt ze minder eieren. Niet fijn voor de boer.
Bestrijding is mogelijk, maar de best werkende middelen zijn toxisch (zoals het inmiddels beruchte fipronil). Toegelaten middelen hebben alleen effect als ze op het juiste moment en herhaaldelijk worden ingezet. In nauwe samenwerking met de universiteit van Wageningen hebben we een teller ontwikkeld die de toename van de bloedluispopulatie over de tijd kan meten. Een geautomatiseerde tool om de boer te helpen het juiste moment van bestrijding te kiezen.
Functioneel hadden we de teller redelijk vlot onder de knie: een combinatie van fijne optica, mechanica en pneumatiek, bestuurd door gevoelige elektronica met slimme software. Alles getest, en ja, het werkte. Dan de stal in. Daarvoor hadden we meer nodig dan een enkel prototype: we moesten een eerste kleine serie produceren. Dat klinkt eenvoudig, maar in werkelijkheid was het vele uren handwerk en gepruts. Maar goed, we konden testen. Belangrijkste les: het ontwerp behoefde nog flink wat gesleutel om het productieproces eenvoudiger en daarmee goedkoper te krijgen.
Ondertussen kwamen er al wel heel wat interessante meetgegevens uit de stallen. Precies wat we nodig hadden. Maar we zagen links en rechts ook wat prototypes uitvallen. Kippen zijn erg nieuwsgierig en zeker niet altijd even zachtzinnig. Een interessante stakeholder die zo zijn eigen nukken heeft. Nieuwe les: parameters als stevigheid, robuustheid, bestendigheid tegen het stalklimaat en alles wat daarbij hoort, kwamen bovendrijven. Deze namen we mee terug naar de ontwerptafel.
Zo zijn er meerdere jaren van ontwerpen, testen, verbeteren en opnieuw testen voorbijgegaan. Maar nu is de bloedluisteller af. Met handige beugels voor bevestiging en aan weerszijden connectoren die de installatie makkelijk moeten maken.
De architect gaat eens mee de stal in om zelf installateur te spelen. Ja: mooie beugels en connectoren. Maar dan het aansluiten: er moeten kabels op maat naartoe, waar dan weer connectoren aan vast moeten worden gemaakt. En dat in de stal, tussen de nieuwsgierige kippen. Ga dan maar eens kabels strippen, hulsjes aanknijpen en met een fijne schroevendraaier zeven draadjes in de connector vastzetten. Succes!
Een architect zorgt natuurlijk voor het functionele: dat een product gewoon werkt. Maar zijn aandacht en effort gaan vooral zitten in zogeheten niet-functionele eisen, zoals maakbaarheid, testbaarheid, robuustheid, schoonmaakbaarheid, installeerbaarheid en eenvoud van service. En uiteraard moet alles passen in de businesscase van (in dit geval) boer én producent. In de kippenstal komen alle verantwoordelijkheden samen: techniek, waarde voor de klant en waarde voor de business.