Het Rotterdamse Mendix, dat tools maakt waarmee iedereen in een bedrijf met visuele modellen kan programmeren, kwam deze zomer voor 628 miljoen euro in handen van Siemens. Cto Johan den Haan over waarom het bedrijf slaagde waar anderen faalden, en wat een industriële speler als Siemens ermee wil.
Dertien jaar geleden richtten drie Rotterdamse studievrienden een bedrijfje op om wat aan de ‘deplorabele toestand van de software-industrie te doen’. Met visuele modellen zouden zij het ontwikkelen van software een stuk sneller en makkelijker maken. Afgelopen zomer telde Siemens maar liefst 628 miljoen euro neer om die kennis over te nemen.
Johan den Haan was er nét niet vanaf het eerste uur bij betrokken; hij begon twee maanden na de oprichting van Mendix als bijbaantje voor een dag in de week, maar dat werd al snel meer. Vandaag de dag zwaait hij als cto de scepter over de ontwikkelafdeling, nog altijd gehuisvest in Rotterdam – sinds kort ook in Dé Rotterdam, het markante gebouw van Rem Koolhaas, waar wat meer ruimte beschikbaar was dan in het oude onderkomen.
Met de modelgebaseerde aanpak van Mendix is het veel makkelijker om software te schrijven – het bedrijf claimt zelf dat dat tot wel tien keer sneller kan dan in Java of C#. Maar net zo belangrijk is de vraag wie dat kan doen. ‘Toen we destijds gingen kijken naar de kern van het probleem, bleek dat vaak in de communicatie te zitten. De business weet niet wat ze willen, it maakt er een bepaalde interpretatie van, en in die vertaalslag gaat allerlei informatie verloren’, blikt Den Haan terug.

Het werd al snel duidelijk dat het twee verschillende werelden waren. ‘We hebben het altijd over ‘it en de business’. Maar dat is eigenlijk heel vreemd; we praten ook niet over ‘sales en de business’ of ‘hr en de business’’, zegt Den Haan. ‘Dus we vroegen ons af: wat als die twee werelden één taal kunnen spreken? Een visueel model dat zowel de business als it begrijpt. En wat nou als dat model niet alleen maar input is, maar gelijk de daadwerkelijke code? Een heel deel van wat it doet, kan dan door mensen met de business-achtergrond worden gedaan.’
Het idee sloeg aan. ‘In de beginjaren hebben we potentiële klanten overtuigd met proof-of-concept-projecten. We zeiden tegen hen: bedenk het stukje van de applicatie waar je de meeste zorgen over hebt en zorg dat je een paar mensen beschikbaar hebt die ons informatie kunnen geven, dan komen we een week bij jullie zitten en aan het eind doen we een demonstratie voor het management. Als het dan niet aan de verwachtingen voldoet, kost het je niks, als het succesvol is, maar je wilt niet verder met ons, dan betaal je vijfduizend euro, en als je wel met ons verder wilt, kost het je ook niks’, vertelt Den Haan. ‘Daar hadden we een hit rate van honderd procent.’
Vandaag de dag gebruiken bedrijven als Prorail, Enexis, ING en ABN Amro de Mendix-tools om allerhande bedrijfskundige processen te automatiseren. En omdat het makkelijker gaat én door veel meer mensen gebeurt, gaat dat aanzienlijk sneller dan in de traditionele softwareontwikkeling, zo claimt het bedrijf. ‘Zolang je maar goed abstract kunt denken, kun je met onze tools een heel groot deel van het werk doen’, stelt Den Haan.
Een beetje een chaos
Toch waren visuele programmeertools niet bepaald nieuw; initiatieven om programmeren aantrekkelijker te maken met een visuele aanpak waren er destijds allang en nog steeds komen er met de regelmaat van de klok nieuwe aanpakken voorbij. Maar vaak blijken ze toch niet zo handig te werken, of alleen geschikt voor heel specifieke probleemdomeinen. Waarom lukt het Mendix dan wel om een brede groep aan te spreken? ‘We hebben in het verleden 4GL-tools gehad, en daarvoor nog Case-tools. Die zijn inderdaad niet geslaagd’, beaamt Den Haan ‘Dat komt omdat 4GL-tools naar mijn mening een aantal dingen niet goed deden.’
Het eerste is volgens Den Haan dat dergelijke gereedschappen een afgebakende omgeving vormden. ‘Als je het niet kon uitdrukken in de hoogniveautaal die de leverancier had bedacht, dan zat je gewoon vast. Wij pakken dat anders aan. Als je het niet kunt uitdrukken in onze modelleertaal, dan kun je altijd uitstappen naar Java, of Javascript voor de frontend. Je kunt gewoon in Eclipse of je andere favoriete ide een Java-actie implementeren en via de Mendix-api’s alle modelinformatie benaderen. Je zit dus nooit vast.’
De Mendix-oprichters zagen nog een tweede tekortkoming van het grafische aanbod: een slechte integratie met de rest van het ontwikkeltraject. ‘Als je het over de total cost of ownership van een applicatie hebt, is ontwikkeling maar een heel klein stukje. Wij konden op een gegeven moment in zes weken een applicatie bouwen waar een klant zes maanden voor nodig dacht te hebben, maar voordat het eindelijk in productie stond, moest er eerst alsnog hardware worden besteld en was je weer drie maanden verder. Dat is natuurlijk jammer van je businesscase’, aldus Den Haan.

De logische volgende stap was dus om ook de uitrol in het proces mee te nemen. In die tijd draaide alles om webapplicaties, dus Mendix stationeerde een server bij Xs4all waar gebruikers hun applicatie naar konden uitrollen. Dat leidde vervolgens weer tot nieuwe problemen. ‘Onze klanten konden heel snel modelleren en met één klik deployen, maar daardoor werd het een beetje een chaos. We moesten hen dus helpen met een gestructureerd proces. Daarnaast zag je dat mensen gewoon bleven werken zoals ze gewend waren: eerst een ontwerp op papier zetten, de klant een handtekening laten zetten, alles wat afwijkt, is meerwerk, dat soort praktijken.’
De oplossing was om de ideeën te omarmen die net opkwamen uit de Agile-praktijk. ‘We hebben eigenlijk een heel collaboration platform geïntegreerd waarmee mensen kunnen samenwerken, feedback op applicaties kunnen geven, userstory’s kunnen aanmaken en traceren naar een bepaalde commit, enzovoorts. Op die manier is de hele lifecycle van een applicatie vanaf het eerste idee afgedekt’, vertelt Den Haan. ‘En dat principe om softwareontwikkeling te verbeteren door steeds naar de volgende bottleneck te kijken, hebben we eigenlijk continu doorgetrokken.’
Ten slotte zagen de Mendix-oprichters hun concurrenten nog in een andere valkuil lopen: ze produceerden alleen ouderwetse desktopsoftware in een tijd dat iedereen bezig was met het web. ‘Wij hebben toen gezegd dat wij nooit diezelfde fout willen maken. Dus we willen eigenlijk continu aan de voorkant zitten van nieuwe technologie’, legt Den Haan uit. Toen smartphones opkwamen, was Mendix daar bijvoorbeeld als de kippen bij. ‘Dat kan ook makkelijk; je bent met de modelgebaseerde benadering onafhankelijk van specifieke Java-aanpakken en Javascript-raamwerken. Als je een paar jaar terug een applicatie hebt gebouwd, kun je die nu met een druk op de knop in elke Docker-omgeving draaien, om maar een voorbeeld te noemen.’
Vijf suggesties
Op dit moment is de grote trend waarop Den Haan moet inspelen natuurlijk kunstmatige intelligentie. Mendix zet die techniek in om zijn eigen tools verder toegankelijk te maken. ‘We kunnen de modellen die in de cloud staan, aggregeren en anonimiseren en dan met deep learning analyseren wat waarschijnlijk de volgende stap zal zijn als je een model bouwt. In plaats van de hele toolbox krijg je steeds drie tot vijf suggesties te zien voor je volgende activiteit. In bijna alle gevallen zit daar precies tussen wat jij wilt, en als je erop klikt, worden de onderliggende eigenschappen al voor je ingevuld.’
Zelf ziet Den Haan ook al een andere belangrijke trend aan de horizon: wat hij noemt de smart app. ‘Dat zijn toepassingen met drie eigenschappen. Ten eerste is die software zich bewust van zijn omgeving. Dat kan bijvoorbeeld gaan om wie de gebruiker is, waar die zich bevindt, de stap in de workflow, historische data of gegevens van sensoren in de buurt. Het tweede is dat zo’n smart app intelligent is: hij kan iets met al die data. En daarmee krijg je de derde eigenschap: je kunt die applicaties proactief maken. In plaats van dat ik als gebruiker naar de app toe moet voor een actie of informatie, komt die applicatie naar mij toe.’
Voorbeelden van dergelijke toepassingen zijn er genoeg te bedenken: ‘De Ipad van de dokter die in één keer de gegevens van die patiënt laat zien omdat er een beacon in het bed zit. En vervolgens kijkt de software naar de symptomen van de patiënt en hoe die zich verhouden tot die van alle andere patiënten die ooit zijn behandeld, om een suggestie te doen van de top drie behandelingen. Of het kan gaan om een vrachtwagenchauffeur die een pakketje moet afleveren. De telefoon zou toch in één keer de pakbon kunnen laten zien, want die weet wat de route is en waar hij zich nu bevindt. En de elektronische sloten achter op de vrachtauto zouden ook wel gelijk open kunnen. Of een medewerker in een fabriek, die wil dat een app vertelt dat een machine over een half uur stilvalt als hij nu niet die en die actie onderneemt.’

Dicht bij het vuur
De overname van Siemens past ook in een van de belangrijke trends van dit moment: iot. Die brengt de embedded-wereld en bedrijfs-it steeds meer samen. Sensorgegevens stromen en masse bedrijfsnetwerken binnen en geven daar voeding aan businessbeslissingen. Dat verklaart de match tussen Siemens en Mendix, legt Den Haan uit. ‘Heel veel mensen die over iot of big data gaan nadenken, doen dat bottom-up. Siemens ook. Het begint met de hardware, daar worden steeds meer sensoren ingebouwd, en dan moet er eigenlijk nog eens worden nagedacht over applicaties en businessmodellen. Daarvoor moet je dingen gaan proberen en itereren. Wij komen van de andere kant. Wat als je nou niet één keer per jaar een experimentje kunt doen, maar tien per maand? We hebben connectoren naar allerlei iot-platforms, naar machine learning-oplossingen.’
Van Siemens hoeft Mendix dan ook niet zo veel anders te gaan doen na de overname. Afgesproken is dat het Rotterdamse bedrijf gewoon onder zijn eigen naam blijft opereren en ook volledige autonomie houdt over zijn roadmap. Waar het het Duitse concern vooral om te doen is, is de aansluiting met Mindsphere, zijn eigen (industriële-)iot-platform. Dit is op zichzelf al een geavanceerde infrastructuur om data van machines, industriële installaties en andere iot-systemen te verzamelen, analyses uit te voeren en toepassingen te ontwikkelen. Met Mendix kan dat laatste nog een stuk makkelijker worden.
Daarnaast wil Siemens de tools gebruiken voor de eigen domeinexperts. ‘De energietak van Siemens, de mobility-tak, de healthcare-tak: dat zijn allemaal divisies die een hoop software bouwen’, zegt Den Haan. ‘Maar ook zij worstelen om dat sneller en innovatiever te doen. Als zij Mendix gaan gebruiken voor hun oplossingen en als ze vervolgens hun klanten ook weer de mogelijkheid bieden om daar weer makkelijk software omheen te bouwen, dan krijg je een heel sterk platform.’
En wie weet, opent de overname ook weer een nieuw platform voor de Rotterdamse tools. ‘Mentor Graphics is tegenwoordig ook onderdeel van Siemens, en zij hebben weer Mentor Embedded. Dus we zijn al aan het kijken of we Mendix naar dat platform kunnen krijgen voor edge-devices. Want dan kun je dicht bij het vuur de eerste filtering en analyses en ook businesslogica bouwen, misschien wel eerste beslissingen nemen of een web- of mobiele interface bouwen. Maar goed, de overname is nog maar net rond.’