Alexander Pil
26 September 2018

Onderzoekers van de TU Delft hebben nieuwe technologie ontwikkeld waarmee een drone tijdens een autonome vlucht alle stilstaande en bewegende objecten – zoals bomen, masten, roofvogels en helikopters – in zijn omgeving registreert, en zijn eigen vliegroute daar voortdurend op aanpast. De technologie wordt deze week op de proef gesteld tijdens de internationale UAV Medical Express Challenge in Australië. De nieuwe technologie, op termijn bijvoorbeeld toepasbaar bij medische noodsituaties, moet autonomie bij drones betaalbaarder maken.

TU_Delft_Delftacopter
De Delftacopter van de TU Delft stijgt op als een helikopter, kantelt 90 graden en vliegt verder als een vliegtuig.

De UAV Medical Express Challenge in de Australische wildernis draait om het virtueel ‘redden’ van een persoon, Outback Joe, in een overstroomd gebied in Queensland. Joe voelt zich niet lekker en na overleg met zijn dokter is besloten om snel een bloedsample af te nemen en te laten onderzoeken. De uitdaging voor de teams is om dit sample, dat Joe zelf kan afnemen, snel naar een laboratorium te krijgen. De deelnemende teams krijgen bij benadering de locatie van Outback Joe, die zich ongeveer dertig kilometer verderop bevindt. De drone moet Joe zelf vinden, zo dicht mogelijk bij hem landen, maar niet dichterbij dan dertig meter. Joe moet het bloedsample afgeven aan de drone, die het mee terugneemt naar de basis voor medische analyse. En dat alles binnen een uur.

‘Nieuw is dat de drone dit jaar de missie geheel autonoom in een groot gebied moet vliegen waar ook no-fly zones zijn, waaronder dynamische no-fly zones, zoals een bewegende helikopter, luchtballon of grote roofvogel’, zegt projectmanager Bart Remes van het Delftse team. Belangrijk is de sense and avoid-technologie. ‘We hebben in Delft veel onderzoek gedaan met drones die obstakels moeten identificeren en om ze heen moeten vliegen. De drone gebruikt de eigen snelheid en richting en de vector van alle andere bewegende objecten in het gebied, en bepaalt op basis daarvan steeds opnieuw de beste vliegroute. De kennis over dynamisch vliegen hebben we aan de TU Delft in de afgelopen jaren opgebouwd en nu kunnen we dit testen in de praktijk. Dat is belangrijk want drones kunnen in medische (nood)situaties pas echt nuttig worden toegepast, als ze op een veilige manier autonoom én betaalbaar kunnen vliegen.’

Het Delftse team vliegt met de hybride Delftacopter, die opstijgt als een helikopter, 90 graden kantelt en verder vliegt als een vliegtuig. De drone gebruikt daarbij slechts één grote propeller, waardoor hij nauwelijks nog overbodige stuurvlakken aan boord heeft tijdens het vliegen. Het onbemande vliegtuigje is daardoor bijvoorbeeld geschikt voor medische hulpverlening in moeilijk bereikbare gebieden. De Delftacopter werd voor het eerst getest tijdens de vorige UAV Medical Express Challenge in 2016 en behaalde daar de tweede plaats.