De TU Delft heeft een nieuw ontwerp onthuld voor hybride drones, die verticaal opstijgt en landt als een helikopter maar horizontaal vliegt als een vliegtuig. De Delftacopter is een dubbeldekker die, afgezien van twee hulprotoren op de vleugeltips, slechts één grote propeller gebruikt voor vliegen, stilhangen, landen en opstijgen. Daardoor kan het aantal stuurvlakken fors gereduceerd worden ten opzichte van andere hybride drones. Bovendien is geen staart nodig, zodat de drone zeer stabiel kan staan en daardoor geschikt is voor opstijgen en landen op lastige locaties.
De Delftenaren zetten hun ontwerp volgende week in voor de UAV Medical Express Challenge in Australië, waar ze het tegen tien andere finalisten moeten opnemen. De wedstrijd draait om het scenario dat de zieke ‘Outback Joe’ vastzit in overstroomd gebied en snel een bloedmonster bij de dokter moet zien te krijgen. De deelnemende teams krijgen ongeveer de locatie van Joe, zo’n dertig kilometer verderop, doorgegeven. De drone moet hem vervolgens zelfstandig zien te vinden en zo dicht mogelijk bij hem landen, maar niet dichterbij dan dertig meter. Daarna moet het bloedmonster mee terug worden genomen.
Het bereik van de Delftacopter bedraagt om deze reden zestig kilometer. De drone heeft een spanwijdte van anderhalve meter, weegt vier kilo en haalt een snelheid van honderd kilometer per uur. Het vliegen gebeurt volledig autonoom met gps en vision. De drone gebruikt ook zijn camera’s om een geschikte landingsplek te kiezen.