Pieter Edelman
5 May 2011

’Elektronische neuzen‘ uit de voedings- of beveiligingsindustrie kunnen chronische longaandoeningen zoals astma en COPD detecteren. Dat opent de weg naar handzame apparaten waarmee de huisarts een betrouwbare diagnose kan stellen van deze aandoeningen, stelt het Astma Fonds, dat het onderzoek sponsort. Voor de daadwerkelijke ontwikkeling van een dergelijk apparaat zijn overigens nog geen concrete plannen; het fonds brengt het bericht naar buiten vanwege de ophanden zijnde collecteweek.

Elektronisch neuzen worden gebruikt om gasmengsels te karakteriseren. Individuele stoffen worden daarbij niet gedetecteerd, want de verschillende sensoren reageren op meerdere stoffen en stoffen binden aan meerdere sensoren. De detectoren geven echter wel een ’vingerafdruk‘ van het gasmengsel. In deze vingerafdrukken is genoeg onderscheid te vinden tussen mensen met en zonder aandoening om daar een diagnose aan te verbinden, vond Niki Fens van het AMC, die op het onderwerp hoopt te promoveren. Op dit moment moet een longfunctietest in het ziekenhuis hier uitsluitsel over geven.

Bovendien is er onderscheid te maken tussen mensen met astma en met COPD. ’We hebben ook gekeken naar een groep patiënten van wie de symptomen op COPD lijken, maar die astma hebben‘, vertelt Fens. ’Die krijgen vaak een verkeerde behandeling. De elektronische neus kan het onderscheid wel maken.‘

Volgens Fens komt de test in meer dan negentig procent van de gevallen overeen met de longfunctietest. Dat lijkt weinig, maar de huidige tests zijn ook niet volledig objectief. ’Die negentig procent is ten opzichte van de gouden standaard, maar we weten dat die niet honderd procent accuraat is‘, legt Fens uit. ’Het kan dus zijn dat deze test net zo goed of beter werkt.‘ Op dit moment loopt een laatste trial in het AMC, waarbij ongeveer honderd nieuwe gevallen zowel op traditionele wijze als met de ademtest worden gevolgd.

Techwatch Books: ASML Architects

Fens zegt dat er al wel belangstelling is vanuit het bedrijfsleven om dergelijke apparatuur te ontwikkelen, met name van de fabrikanten die al een elektronische neus op de markt hebben. Overigens zou het volgens haar ook kunnen dat sensoren van meerdere fabrikanten met elkaar gecombineerd moeten worden om het subtiele signaal op te pikken. Op termijn zou daar niet alleen een diagnose mee gesteld kunnen worden, maar ook het effect van de behandeling voorspeld en gevolgd kunnen worden.

Er zal wel het een en ander aan de apparaten versleuteld moeten worden om ze geschikt te maken voor ademanalyse. Zo is de apparatuur nog niet gebruiksvriendelijk genoeg voor de huisartsenpraktijk. Ook blijken sommige sensoren niet overweg te kunnen met de hoge luchtvochtigheid in uitgeademde lucht, dus die moet eerst een beetje worden gedroogd. En dan is er nog het goedkeuringstraject voor medische apparatuur, dat doorgaans enkele jaren duurt om te doorlopen.