Het Consumer Electronics Linux Forum (Celf) houdt al jaren zijn Embedded Linux Conference in de Verenigde Staten. Dit jaar streek het consortium voor het eerst ook neer in Europa. Op 2 en 3 november organiseerde het de ELC Europe in Linz. Tegelijkertijd vormde de Oostenrijkse stad het decor voor de negende Real-time Linux Workshop, een jaarlijkse conferentie over realtime toepassingen op Linux. In totaal trok de combinatie zo‘n 280 bezoekers uit de hele wereld – veel meer dan de organisatie had verwacht. Met op elk van beide evenementen meer dan dertig lezingen over uiteenlopende onderwerpen viel er voor hen genoeg te kiezen.
Veel aandacht was er voor industriële toepassingen van Linux. Zo gunde het Open-source Automation Development Lab (OSADL), een Duits samenwerkingsverband van bedrijven voor industriële automatisering, de deelnemers een kijkje in zijn keuken. In het bijzonder ging het daarbij in op robots en apparaatbesturing met het open-source besturingssysteem. Ook diverse showcases in de demoruimte toonden echte opstellingen met realtime Linux. Een project om in een aantal Latijns-Amerikaanse landen de spoorwegen uit te rusten met Linux, is bijna rond.

Een probleem bij Linux-adoptie is het gebruik van closed-source drivers. Het direct in kernel space laden hiervan heeft de nodige juridische haken en ogen, terwijl een user spacedriver niet dezelfde prestaties haalt. In zijn ELC Europe-lezing beschreef communitylid van het eerste uur Matt Porter hoe hij een user-spacedriver heeft geschreven op basis van bestaande, proprietary code voor een ander RTos. Door de nieuwe UIO-interface in Linux te gebruiken kon hij vrijwel de hele stuurprogrammatuur buiten de kernel houden. De GPL-licentie geldt daarmee niet voor zijn drivercode. Met enkele benchmarks bewees Porter dat deze aanpak niet tot langzamere code hoeft te leiden: zonder optimalisaties werkte zijn driver even snel als het stuurprogramma onder VXWorks.
Informaticastudent Holger Freyther sprak over de nieuwste open-source engine voor internetbrowsers, Webkit. Dit project ontstond toen Apple de KHTML-motor voor de verwerking van HTML en Javascript afsplitste van het op de QT-toolkit gebaseerde KDE-desktopproject. Sindsdien is er veel werk verzet. Webkit is nog steeds een kleine engine, die ondertussen helemaal zelfstandig is. Dus geen verplichte afhankelijkheden van de QT-moedertechnologie meer. Natuurlijk vertelde Freyther trots dat Webkit in Apples Iphone en Nokia‘s Series 60-platform zit en dat het als standaard render-engine zal worden opgenomen in de nieuwe versie 4.4 van QT.
In drie verschillende lezingen kwamen drie verschillende flashbestandssystemen voor Linux aan bod: JFFS2, LogFS en YAFFS2. Natuurlijk is elke auteur overtuigd van de kwaliteiten van zijn eigen ontwerp, maar in Linz was het wel heel duidelijk dat de stabiliteit van JFFS2 en YAFFS2 veel beter was dan het nog in alfastadium verkerende LogFS. Overigens waren er diverse kritische geluiden dat geen van de drie filesystemen perfect is.
Een thema dat de afgelopen jaren elke Linux-conferentie terugkomt, is energiebeheer. Dit is al geruime tijd onderwerp van felle discussies. Sommigen vinden dat embedded zijn eigen powermanagementsysteem in Linux nodig heeft, terwijl anderen van mening zijn dat de laptopimplementatie geschikt moet zijn voor iedereen. Gelukkig waren de laatsten niet vertegenwoordigd op deze conferentie, waardoor de aanwezigen echt konden discussiëren over oplossingen, variërend van een werkende suspend-to-Ram (het opslaan in het werkgeheugen van de configuratie, geopende applicaties en actieve bestanden als het systeem naar een energiezuinige stand schakelt) tot echte infrastructuurveranderingen.
Een discussie die nog lang niet is verstomd, is die over distributies. Iedereen is het erover eens dat deze goed werk verrichten voor de stabilisatie van Linux en het verzamelen en integreren van alle andere pakketten boven op het besturingssysteem. Toch vielen tijdens de paneldiscussie harde woorden over het feit dat de embedded-wereld veel met oude kernels werkt. Kernelontwikkelaar Thomas Gleixner maakte heel duidelijk dat de community alleen de laatste kernelversie van bugfixes voorziet. Een van de aanwezigen deelde daarop doodleuk mee dat hij nog steeds nieuwe ontwerpen oplevert op basis van 2.4-kernels van vijf jaar geleden en dat hij nog geen plannen heeft om over te stappen.
Naast Montavista, dat een nieuwe securityoplossing voor geïntegreerde systemen aankondigde, waren de embedded-distributies vertegenwoordigd door embedded Debian, Openembedded en het daarop gebaseerde Pokylinux. Een andere belangrijke aankondiging was dat het Fedora-on-Arm-project een officiële status heeft verworven. Met ingang van Fedora 9 zal het een standaard onderdeel zijn van de distributie.
In de dertig workshoplezingen over realtime Linux stonden een aantal thema‘s centraal. Er waren presentaties over beide verschijningsvormen: een tijdkritische microkernel met Linux erbovenop aan de ene kant en aan de andere kant Linux met een realtime-patch, die het open-source besturingssysteem zelf hard realtime maakt. Diverse lezingen meldden de vervanging van een legacy RTos zoals PSos of VXWorks door Linux – met goede resultaten.
Aansluitend op beide conferenties was de eerste Open Source DLNA Summit, een bijeenkomst over de Digital Living Network Alliance. Deze nieuwe standaard om muziek, video en data voor huisautomatisering te versturen tussen servers en apparaten is een uitbreiding van Universal Plug and Play (UPNP), dat Philips overigens al jaren toepast in zijn Streamium-producten. Ook andere leden van Celf zien een sterk open-sourceproject op dit gebied wel zitten voor hun volgende generatie consumentenelektronica. In Linz bespraken ze diverse bestaande initiatieven en stelden ze een aanvalsplan op om snel een echte open-source implementatie op te leveren.
De drie dagen waren een groot succes. Niet alleen hadden de lezingen een onverwacht hoog niveau, ook het aantal bezoekers was veel groter dan verwacht. Volgend jaar trekt de Real-time Linux Workshop naar Mexico. Er komt ook weer een Embedded Linux Conference in Europa. Ik ga proberen die naar Nederland te halen.