Er komt een Nationale Proeftuin Precisielandbouw waar de nieuwste uitvindingen, prototypes en technologieën voor precisielandbouw in de praktijk kunnen worden getest en doorontwikkeld. Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken stelt ruim 2 miljoen euro voor vier jaar beschikbaar voor de eerste fase van de proeftuin, die moet zorgen dat de Nederlandse land- en tuinbouw duurzamer en efficiënter kan produceren en ook in de toekomst toonaangevend blijft. Naar verwachting investeert het bedrijfsleven bovenop de ruim 2 miljoen van het ministerie 8 miljoen euro in vier jaar.
Drones die plantziekten opsporen en alleen bestrijdingsmiddel sproeien waar dat nodig is, kleine landbouwrobots die efficiënt en goedkoop 24/7 het land bewerken, sensoren in de grond die per plant zorgen dat er geautomatiseerd water of mest wordt gegeven, satellieten die de boer informeren over bodemvruchtbaarheid, oogsttijd of insectenplagen. In de Nationale Proeftuin Precisielandbouw kunnen dergelijke technieken in een realistische proefopstelling op het land worden getest en doorontwikkeld, waarna ze kunnen worden gedemonstreerd aan boeren die ermee aan de slag willen in hun bedrijf.
Van Dam: ‘De Nederlandse landbouw is internationaal toonaangevend. Om dat te blijven, moeten we investeren in vooruitgang. Dat helpt onze boeren en tuinders, en is goed voor onze technologische bedrijven. Met de kennis en de technologie die we in de proeftuin marktrijp maken, kunnen we de land- en tuinbouw efficiënter én duurzamer maken. Zo behouden we onze koppositie en kunnen we ook in de toekomst blijven bijdragen aan de wereldwijde opgave om genoeg eten te produceren.’
De Nationale Proeftuin Precisielandbouw start met een ontwerpstudie. Die brengt in kaart welke experimenteerruimtes (kas, land, stal) er al zijn en verbindt bestaande initiatieven aan de proeftuin. Op basis daarvan wordt vastgesteld voor welke gewassen en toepassingen aanvullende experimenteerruimte moet komen. Naar verwachting levert de ontwerpstudie nog voor de zomer de eerste resultaten op, zodat de proeftuin op korte termijn verder ontwikkeld kan worden.