Cees_Jan_Koomen_09

Cees Jan Koomen

5 May 2006

Onlangs had ik een gesprek met een ondernemer die vastzat in een handenbindende aanpak. Hij stelde zijn doel in eerste instantie te specifiek en te beperkt. Dat is heel goed uit oogpunt van focussen en een noodzakelijke voorwaarde om te slagen. Mogelijke investeerders willen van het bedrijf een duidelijke marktvisie zien en een concrete aanpak om die markt te veroveren. Deze ondernemer moet echter ontdekken wat zijn echte toegevoegde waarde is. Dat noemen we het businessmodel. Naast een product of dienst moet je de marktintroductie realiseren. Daarin kun je innoverend te werk gaan. Een leerproces dus.

Welke aanpak het best is, heeft ook te maken met de cultuurfase van een bedrijf. Een voorbeeld. In de wereld van het Computer Aided Design (Cad) zijn er twee scholen: formele ontwerpmethoden versus rapid prototyping. Die laatste benadering accepteert dat een volledig formele aanpak niet mogelijk of praktisch is, maar dat de ontwerper bij toepassing van rapid prototyping effectiever naar een oplossing kan werken. De methode accepteert dat innoveren vraagt om experimenten.

Bij een jonge ondernemer zal de rapid prototyping-methode beter passen, terwijl een gevestigd bedrijf meer formaliteit nodig heeft (denk aan logistieke processen in grote organisaties). De twee benaderingen zijn moeilijk te mengen in een kleine onderneming en formaliteit werkt daar verstikkend. Een MKB‘er zal in zijn evolutie de worsteling tussen deze twee aanpakken ondervinden wanneer hij groeit in omzet en als organisatie.

Het is verheugend te zien dat nieuwe ondernemers willen starten. Dat moet worden aangemoedigd en ondersteund. Met slim geld, raad en daad. We willen het juiste gedrag bevorderen en belonen. Wat zijn zoal de karakteristieken van een succesvolle nieuwe ondernemer en zijn team? Gedrevenheid, enthousiasme, energie, pragmatisme en een ontembaar geloof in het eigen product en het eigen kunnen. Proberen, mogelijkheden verkennen en dan focussen. Detailkennis hebben van het product, de markt en de spelers daarin. Gevoel krijgen hoe je zo‘n markt het beste kunt benaderen. Formaliteit en status staan laag op de prioriteitenlijst.

Techwatch Books: ASML Architects

De wereld is het speelterrein. Onlangs had ik contact met een bedrijf in de Verenigde Staten. De oprichter en een collega zaten in de VS, een andere oprichter woonde en werkte in India en een derde zette een servicecenter op in China. Oftewel, je kunt heel goed in Nederland een bedrijf opzetten dat gericht is op toepassingen in een ander deel van de wereld. Een onderneming kan hier zijn ontwikkeling doen, maar de marketing kan elders zitten.

Kenniscentra spelen een essentiële rol in het activeren en ondersteunen van innovatie samen met nieuwe starters of ondernemers die al een goede ontwikkeling hebben doorgemaakt. Een recente studie toonde aan dat slechts een handvol Europese universiteiten tot de wereldtopklasse van instituten behoort. De onderzoekers keken naar publicaties, aantallen promovendi en afstudeerders. Uiteraard moeten we ook kijken naar de mate waarin de resultaten de industrie ten goede komen en nieuwe bedrijven helpen. De EU reageerde op de studie met een voorstel voor een nieuw instituut: het European Institute of Technology, een nieuwe formele structuur in aanvulling op de bestaande. Dat is geen garantie; laten we de reeds bestaande instituten die al wél vooroplopen in wetenschappelijk én maatschappelijk opzicht verder stimuleren. Formalisering komt met omvang, innovatie vraagt gedrevenheid.