Fom, Océ, de TU Eindhoven en de UT hebben eind mei hun handtekening gezet onder het Industrial Partnership Programme (IPP) ‘Fundamental fluid dynamics challenges in inkjet printing’. Het omvangrijke onderzoek moet leiden tot meer begrip van de wisselwerking tussen de gejette druppels en papier, en de ontwikkeling van een nieuwe generatie inkjetprinters mogelijk maken. Het programma staat onder leiding van de Twentse hoogleraar Detlef Lohse en heeft een looptijd van zes jaar, met de intentie tot verlenging met eenzelfde periode. Het budget bedraagt in totaal 6,3 miljoen euro; de helft hiervan draagt Océ bij in cash, de andere helft komt uit het IPP-potje van Fom en uit de Impulsprogramma’s van de TUE en de UT.
Als onderdeel van het programma gaat er een nieuwe Fom-onderzoeksgroep van start bij Océ. Het complete team zal bestaan uit twee groepsleiders die in Venlo zullen werken, twaalf promovendi met thuisbasis Océ/Twente en Océ/Eindhoven en twee postdocs (voor vier jaar). Het onderzoek richt zich op druppelformatie, het voorkomen van luchtbellen en het drogen van de druppels op papier. Verder duiken de wetenschappers in de interactie van inkt met verschillende soorten substraten. Het is de bedoeling dat er veel uitwisseling zal zijn tussen de drie locaties.
Océ en Fom werkten al eerder intensief samen in het afgesloten IPP ‘Contact line control during wetting and dewetting’, eveneens onder leiding van Detlef Lohse. Ook heeft het Venlose bedrijf in de loop der jaren een flink aantal projecten (mede) gefinancierd bij de TUE en de UT, die grotendeels zijn afgelopen. Met het oog op meer samenhang in het onderzoek besloot het tot de samenwerking in dit grote programma met een lange looptijd. ‘Voorheen werkten we een-op-een met de drie onderzoeksinstellingen. We gaan nu alle beschikbare expertise benutten om het onderzoek tot nieuwe hoogtes te stuwen’, aldus Océ-ceo Anton Schaaf.
Programmaleider Lohse verwacht dat het onderzoek veel nieuwe inzichten zal opleveren: ‘Je zou denken dat alle geheimen van het inktjetproces inmiddels zijn onthuld. Dat is niet waar. Zo is het bijvoorbeeld niet bekend hoe snel we kunnen jetten zonder de stabiliteit van het jettingproces te verliezen. Door hier inzicht in te krijgen, hopen we bij te kunnen dragen aan de inkjettechnologie van morgen. Het leuke aan dit programma is ook dat het voldoende ruimte geeft voor fundamenteel onderzoek op dit gebied.’