Het werd onlangs breed uitgemeten in de media: ASML is graag bereid om mee te helpen het tekort aan leerkrachten in het technisch onderwijs op te lossen door vijfhonderd ASML’ers bij te laten springen als parttime leerkrachten. Bij ASML werd dit gebaar met instemming ontvangen. Alleen al in mijn groep klopte een vijftal mensen proactief bij mij aan om te vragen waar ze zich konden aanmelden.
Aan enthousiasme binnen ASML voor dit plan dus geen gebrek. En al heeft misschien niet iedereen meteen de juiste pedagogische vaardigheden aan boord, met wat selectie en training durf ik te beweren dat ik heel wat collega’s heb die met liefde en enthousiasme hun vak willen en kunnen overdragen aan de nieuwe generatie.
Mijn eigen herinneringen aan professoren uit het bedrijfsleven zijn heel positief. Zij gaven les vanuit de praktijk. Een mix van voltijdsleerkrachten en mensen uit het veld voegt echt wat toe, niet alleen op het mbo, maar zeker ook op hbo- en tu-niveau. Op deze manier ben ik zelf ook enthousiast geraakt voor mijn afstudeerrichting en daarna in het bedrijfsleven aan de slag gegaan.
Aan de koffieautomaat praatten mijn collega’s en ik even verder over onze ambities als parttime docent. Snel kwamen we tot de conclusie dat we allemaal wel les willen geven, maar eigenlijk alleen aan enthousiaste, gemotiveerde adolescenten die hun roeping al hebben gevonden. Jonge mensen die al weten dat ze in techniek willen werken en met wie we dan onze voorliefde voor analoog design, powerelektronica of fpga’s kunnen delen. Lesgeven op de middelbare school, van vmbo tot en met vwo, zag niemand zitten. Terwijl op die leeftijd toch de liefde voor techniek (of een ander vak) moet worden gekweekt.
Ik denk aan mijn vijftienjarige zoon die totaal niet weet hij later wil worden en voor wie school een aaneensluiting van verplichte nummers lijkt te zijn die hem alleen maar afhouden van zijn geliefde gamen en sporten. Ook de voorzichtige vraag of het ontwerpen van games of je werk maken van sport misschien wel leuk is om later te gaan doen, kan rekenen op een hard zuchtend negatief antwoord.
Des te knapper vind ik het dat zijn mentor en leerkracht Duits – een vak waar zelfs ik op de middelbare school al tegen aanhikte vanwege het wat-heb-je-daar-nu-aan-effect – hem wel zover krijgt dat hij zowaar met enig plezier aan Duits werkt. Net als de bijzondere lerares biologie van mijn dochter die bij ons aan de eettafel zwaar theatraal wordt nagedaan omdat ze schijnbaar met veel armgebaren en intonatie de stof uitlegt, maar ondertussen vertelt mijn dochter de leerstof wel perfect na. Doel bereikt, denk ik dan. Dit zijn de mensen die van koolstof ruwe diamanten maken. Latere scholing is niet meer dan polijsten.
ASML is bereid de loonkosten van mij en mijn collega’s te dragen als we bijspringen als parttime docent, maar wil wel graag bespreken of dat kan met een gunstige belastingregeling. Mag ik voorstellen dat de kosten die daarmee worden gespaard volledig worden besteed aan hogere salarissen voor de echte helden, de docenten in het voortgezet onderwijs? Het zal maar gaan om zo’n honderd euro per leerkracht per jaar vrees ik, want een van hen heeft mij ook goed leren rekenen. Maar het gaat om het principe – want iets overdragen aan adolescenten die iets willen leren, is al niet makkelijk, maar iets overdragen aan pubers die het liefst ergens anders zouden zijn, dat is topsport.