De University of Washington denkt een mooi alternatief te hebben gevonden voor drones in de landbouw: hommels. Die houden het veel langer uit en hebben een groter bereik. De universiteit heeft nu een sensorpakket ontwikkeld dat klein en licht genoeg is om de insecten mee uit te rusten.
Al met al mocht het pakket ongeveer honderd milligram wegen. Het grootste deel daarvan, zeventig milligram, gaat zitten in de accu. Die gaat zo’n zeven uur mee en wordt ‘s nachts draadloos opgeladen. De overige dertig gram is besteed aan temperatuur-, licht- en luchtvochtigheidsensoren. Die worden uitgelezen op het moment dat de hommels terugkeren naar hun nest.

Een sleutelonderdeel van het sensorpakket was een methode om zonder gps de plaats van de hommels te kunnen bepalen. De universiteit ontwikkelde daarvoor een passief plaatsbepalingssysteem. Langs het veld worden meerdere antennes geplaatst die signalen uitsturen en opvangen. Die weerkaatsen op een reflector in het sensorpakket. Uit de signaalsterkte en de hoek kan de positie teruggerekend worden.