Paul van Gerven
30 November 2016

Hewlett Packard Enterprise (HPE), een van de nakomelingen van HP, heeft een prototype gedemonstreerd van The Machine, een computerarchitectuur die het geheugen centraal stelt in plaats van de processor. Het zou tegelijk weleens de laatste keer kunnen zijn, want HPE blijkt niet meer van plan het revolutionaire systeem op de markt te brengen.

The Machine berust op het idee dat het opbreken van computertaken in kleine stukjes inefficiënt is, zeker voor big-dataproblemen, omdat het veel tijd kost om data tussen geheugen en processor uit te wisselen. In The Machine kunnen vele processoren via snelle fotonicaverbindingen gelijktijdig putten uit enorme hoeveelheden data opgeslagen in snel, niet-vluchtig geheugen. Dat zou volgens HP tot achtduizend keer vlotter werken dan een conventionele computerarchitectuur.

Het prototype beschikt over de fotonicaverbindingen en draait op een Linux-gebaseerd besturingssysteem, maar gebruikt ‘gewoon’ flash als geheugenpool. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat memristoren het hart van het systeem zouden vormen, maar de introductie daarvan is meermalen uitgesteld – inmiddels naar 2018 of 2019.

Mede als gevolg daarvan heeft HPE zijn ambities voor The Machine teruggeschroefd: de architectuur dient slechts als vehikel om nieuwe concepten en technologie uit te werken, die in verschillende producten worden geïntegreerd. HPE blijft dus inzetten op memory-driven computing, maar een compleet systeem komt er niet.