Internationaal willen bedrijven weten hoe de regio zich boven zijn niveau uittilt. Dit leidt tot nieuwe investeringen en tot nieuwe opdrachten voor de maakindustrie. Met name de OEM‘s uit de hightechindustrie zijn sterk internationaal actief. Denk aan ASML, Assembléon, Fei, Océ en Philips, maar ook MKB‘ers als OTB en Stirling zijn wereldwijd actief. Wereldwijd beschikken zij over productiefaciliteiten, service- en distributiekanalen. Een enkele toeleverancier is actief in het buitenland, overwegend om aan de lage kostenwens van de OEM te voldoen. Zo hebben Frencken en NTS vestigingen in lagelonenlanden.
Over het algemeen zijn de MKB‘s niet internationaal georiënteerd en concentreren ze zich op de OEM‘s in de regio. Internationale aspiraties zijn er wel degelijk. Een probleem dat nu wordt gesignaleerd, is dat veel van die MKB‘s onzichtbaar blijven voor de buitenlandse OEM‘s.
Ook Point One onderkent dit. Vanuit zijn streven om de regio Eindhoven internationaal te positioneren als Silicon Valley heeft het innovatieprogramma voor het MKB een ambitieuze visie en doelstelling gerealiseerd. Deze luidt: ’Over een periode van vijf jaar dient het cluster nanotechnologie en embedded systemen een duidelijk herkenbaar profiel te hebben. De deelnemers moeten identificeerbaar en toegankelijk zijn voor buitenlandse OEM‘s. Hier ligt een duidelijke taak voor Point One om te zorgen dat er een eenduidige uitstraling naar deze nieuwe markten ontstaat.‘
Daarnaast zette het initiatief als tweede doelstelling neer dat bedrijven over vijf jaar 50 procent van hun omzet uit het buitenland dienen te halen. MKB‘ers die hun omzet uit zowel Nederland als het buitenland halen, zijn over het algemeen robuuster en minder conjunctuurgevoelig, wat dan ook in het voordeel is van de Nederlandse OEM‘er.
Van harte onderschrijf ik deze visie. Samenwerking tussen Point One en de vier regionale ontwikkelingsmaatschappijen Bom, Liof, Oost NV en Rewin (???) is dan ook in volle gang. De komende vijf jaar moet er veel gebeuren om het MKB hiervoor klaar te stomen. Van de ondernemer vereist dit een aantal vaardigheden. Vaardigheden die nog onvoldoende zijn ontwikkeld. Het is geen brevet van onvermogen, maar het ontbreken van deze vaardigheden komt voort uit het feit dat ze nog niet eerder nodig zijn geweest.
Het voldoen aan de standaarden is vaak voldoende om een opdracht te krijgen, maar leidt op de lange termijn niet tot onderscheidend vermogen. Om je te onderscheiden zul je meer en beter moeten presteren dan de concurrent. Internationale exposure kun je als bedrijf verkrijgen door het vergroten van de concurrentiekracht van je opdrachtgever. Technische kwalificaties alleen zijn hiervoor ontoereikend. Je zult moeten aantonen dat je beschikt over vaardigheden die de OEM‘er versterken. Innovatiekracht is dan belangrijker dan capaciteit.
Andere benodigde vaardigheden zijn het kunnen identificeren van businessmogelijkheden, het opzetten van passende businessmodellen, het selecteren van de goede partners voor een project, het snel kunnen samenstellen van uitblinkende teams en, niet in de laatste plaats, ruimte geven aan ondernemerschap binnen de eigen organisatie.
Daarnaast zullen de bestaande Nederlandse OEM‘s minder krampachting moeten zijn als hun toeleveranciers voor de concurrentie werken. Zij kunnen afspraken maken over no-fly-zones, maar moeten MKB‘ers vooral de ruimte geven om te ondernemen.