Skippy van de oude tv-serie was een intelligent dier. Op tv kun je een droombeeld schetsen, maar in werkelijkheid zijn kangoeroes niet zo slim. Kijk alleen al naar het aantal aangereden kangoeroes op Australische wegen. Politiek Den Haag schetst ook graag haar eigen beeld van de werkelijkheid. Als iedereen zich daarin kan vinden, dan kun je vanuit die versie een meerderheidsbeslissing vinden.
Neem het beeld dat Den Haag bij de top van de kenniseconomieën wil behoren. Omdat je niet in alles top kunt zijn, wijst het kabinet daarom negen topsectoren aan. Daarover gaan we anderhalf miljard euro per jaar verdelen. Het idee is dat bedrijven om bij de top te horen hetzelfde bedrag erbovenop doen. In zijn dromen ziet Den Haag zelfs een verdubbeling, zodat we de Lissabon-norm halen. Om daarmee te helpen, krijgt het bedrijfsleven meer WBSO, minder winstbelasting en een ongelimiteerde innovatiebox. Bij elkaar zijn deze maatregelen meer dan zeshonderd miljoen euro waard.
Iedereen kan zich in dit beeld vinden. Maar is de werkelijkheid misschien niet ietsje anders? Voorheen stak de overheid twee miljard euro per jaar in het innovatiesysteem. Volgend jaar wordt dat vijfhonderd miljoen per jaar minder. Dat zou wel eens equivalent kunnen zijn aan vijfduizend banen in de innovatie en op termijn een veelvoud aan banen in de industrie en bijbehorende dienstensector. Vaste banen stoppen is lastig. Per jaar promoveren in Nederland vierduizend mensen. Het ligt voor de hand om bij zo‘n bezuiniging een groot aantal promotieplaatsen niet in te vullen.
Vanaf 2016 droogt dan de stroom promoties flink op. Een bijzaak is dat de universiteiten uit de eerstegeldstroom tweehonderd miljoen euro per jaar minder krijgen bij tweeduizend minder promoties per jaar. Op dat moment worden ook de effecten van het stoppen van de masterbeurs en het beboeten van langstudeerders voelbaar. Studenten starten misschien nog met een lastige studie in bèta of techniek, maar kiezen daarna voor een eenjarige master economie. Ergo: over vijf jaar komen er nauwelijks nog afgestudeerde bèta- of techniekpromovendi uit de pijplijn. Dat is allemaal niet zo erg. Op dat moment zijn er door de bezuinigingen op de universiteiten en bij TNO en de GTI‘s toch minder vaste banen.
Helaas gelooft Den Haag in zijn missie om tot de ’topwerkelijkheid‘ te komen. In de hofstad weten ze alles van geld uitgeven. Maar geld verdienen is iets anders. Als de financieel controller via belastingen geld binnen kan krijgen, dan wordt dat als winst gezien. Als een ontwikkelchef moeite doet om met andere spelers een subsidieproject te doen, zal hij zorgen dat het project een succes wordt en tot zinvolle innovatie in het bedrijf leidt. Wie garandeert dat een bedrijf met extra belastinginkomsten extra gaat innoveren? Waarom geeft de overheid het stuur uit handen?
Als je voorop wilt geraken, dan moet je verder springen dan anderen. In de Haagse versie van de werkelijkheid wordt het beeld geschetst dat kangoeroes met een minder volle buidel verder kunnen springen. Helaas geldt in die schijnwerkelijkheid ook: hoe minder subsidieproviand in de buidel, hoe hoger wij in de innovatietop van de wereld terechtkomen – dankzij het bedrijfsleven. Alleen een kniesoor heeft oog voor het probleem van de vijfduizend dode kangoeroes langs de weg.