Paul van Gerven
12 September 2008

’Wat als Jack Kilby in de zomer van 1958 gewoon wél op vakantie was gegaan, in plaats van de chip uit te vinden? Had de geïntegreerde schakeling, de IC of de chip, zoals het ding in de volksmond heet, dan gewoon een paar weken later het licht gezien? Of was Kilby dan door het reguliere onderzoek in beslag genomen, en had het dan nog jaren geduurd?‘, schrijft Martijn van Calmthout in de Volkskrant van 30 augustus.

Kilby, die in 2000 de Nobelprijs voor de ontdekking van de IC kreeg, was in 1958 net in dienst getreden bij Texas Instruments en had daarom nog geen vakantiedagen opgebouwd. Omdat het Amerikaanse bedrijf zijn werknemers allemaal tegelijk op vakantie stuurde, moest Kilby in zijn eentje op de winkel passen. Hij gebruikte zijn kortstondige vrijheid om de transistor, weerstand en condensator bij elkaar te vegen tot één geheel. Daarom wordt de verjaardag van de chip gevierd op 12 september, de dag dat Kilby de eerste officiële demonstratie van zijn geesteskind gaf. Dit jaar wordt de chip vijftig.

Robert_NoyceJackKilby
Robert Noyce (links/boven) was iets later dan Jack Kilby met de uitvinding van de geïntegreerde schakeling, maar hij verdient evenveel lof.

Van Calmthout dist een leuke anekdote op, maar de wereld had echt niet veel langer op de chip hoeven wachten. Robert Noyce, medeoprichter van Fairchild Semiconductor en Intel, was hem namelijk ook al op het spoor. Kilby was de eerste die een IC in elkaar sleutelde en ook de eerste die patent aanvroeg, maar het was Noyce die het eerste patent kreeg. Een Nobelprijs heeft hij er nooit aan overgehouden. Hij overleed in 1990 en de hoogste wetenschappelijke eer wordt nooit postuum toegekend. Kilby moest hem trouwens ook delen, met de uitvinders van opto-elektronica.

Toch staat het voor voormalig adjunct-directeur Leo Tummers van Natlab (tegenwoordig Philips Research) als een paal boven water dat Noyce de meeste eer verdient. ’Het was aardig wat Kilby deed, maar niet geschikt voor massaproductie. We hadden een vergelijkbare schakeling volgens de ’methode-Kilby‘ in het Natlab binnen een mum van tijd nagemaakt. Tot grote vreugde van de raad van bestuur, die dacht de kip met de gouden eieren in handen te hebben. Maar zo handig was dat ding niet, je kon er hooguit wat mee doen als je er aan een paar genoeg had‘, aldus de 86-jarige Tummers.

Techwatch Books: ASML Architects

Iedereen die wel eens met elektronica heeft geknutseld, weet dat met een paar IC‘s niet veel aan te vangen valt. De chiprevolutie is net zo veel te danken aan de uitvinding van de IC zelf als aan de mogelijkheid om deze eenvoudig in groten getale te maken. De planaire techniek om dat te doen, was overigens in de tijd van Noyce al uitgevonden.

’Noyce‘ werk leidde bovendien tot de introductie van de nu vanzelfsprekende pn-diodes, oftewel gelijkrichters, die ervoor zorgen dat stroom slechts in één richting stroomt‘, vervolgt Tummers. Deze elektrische (in plaats van fysische) scheiding van transistorelementen is tegenwoordig vanzelfsprekend. Noyce werkte ten slotte ook nog met de veel praktischere en goedkopere combinatie van silicium als halfgeleider en aluminium als geleider, in plaats van germanium en goud.

Noyce verdient daarom op zijn minst evenveel lof, vindt Tummers, iets wat bijvoorbeeld Van Calmthout hem in eerdergenoemd stuk niet toebedeelt. Kilby‘s Nobelprijs heeft vermoedelijk het collectieve geheugen van de industrie en historici wat gekleurd. Maar in de begeleidende publiekinformatie van de Zweden staat het toch echt zwart op wit: Noyce en Kilby worden beschouwd als co-inventors – en dat is nog zacht uitgedrukt. Kilby had met die kwalificatie in ieder geval geen enkel probleem.

Medelijden voor Noyce is overigens nou ook weer niet nodig. Hij is schatrijk geworden dankzij een reeks patenten en over een gebrek aan prijzen had hij ook niet te klagen. Hij kreeg onder meer de Amerikaanse National Medal of Science, de IEEE Medal of Honor en hij werd bij leven al ’bijgezet‘ in de National Inventors Hall of Fame. De IEEE heeft de Robert Noyce Medal in het leven geroepen om exceptionele bijdragen aan de micro-elektronica-industrie te eren.