Paul van Gerven
22 September 2008

Het Twentse Lionix ontwikkelt een lab-on-a-chip die het bedrijf in 2013 mee wil sturen met Esa‘s onbemande Mars-missie. Het microsysteem analyseert Martiaanse bodemmonsters op moleculaire sporen van leven. De Life Marker Chip komt aan boord van de Exomarsrover, een multifunctionele robot. Ook het Delftse Dutchspace en de Engelse universiteiten van Cranfield en Leicester dragen een steentje bij aan het project.

Het hart van Lionix‘ apparaatje is een microarray met antilichamen, net als een thuistest voor zwangerschap. De monsters worden in de Exomarsrover ter plekke voorbehandeld om de interessante moleculen af te scheiden. Deze lipiden, in aards leven een belangrijke constituent van celmembranen, reageren met de antilichamen die zijn voorzien van speciale fluorescente labels. De chemische reactie zorgt voor de uitzending van licht. Op basis van die lichtflits kunnen onderzoekers vaststellen of een specifieke lipide wel of niet aanwezig is.

De Twentenaren weten over een half jaar of hun product mee mag naar Mars. Alle instrumenten aan boord moeten worden bekostigd door Europese nationale overheden. Nederland stelt acht miljoen ter beschikking, maar er zijn nog twee initiatieven in de race. Het bedrag is niet genoeg voor alle drie de projecten. Het komt volgens adjunct-directeur Henk Leeuwis van Lionix aan op de ontwikkeling van de juiste antilichamen, iets wat overigens buiten de expertise van zijn bedrijf valt.