Sinds Lissabon 2005 wil de Europese Unie samenwerking tussen vooraanstaande regio‘s stimuleren. Noord-Brabant is een van die topkennis- en innovatiegebieden. Ons businessspeelveld verruimen door een selecte groep Europese regio‘s bij elkaar te brengen, vind ik een uitstekend vertrekpunt.
Een van de internationale programma‘s is Grow (www.grow3c.com), met als doelstelling ’gebalanceerde, duurzame en economische groei‘ te stimuleren. Binnen Grow richt het project Growenterprise zich op ondernemerschap. In dit kader bracht ik onlangs een bezoek aan Southampton. De regio rond deze Zuid-Engelse stad is een van de drijvende krachten achter de Britse economie. De Seeda (South East England Development Agency) speelt er een actieve rol in het stimuleren van innovatie en ondernemerschap met een missie die vergelijkbaar is met de missies van andere ontwikkelde regio‘s zoals Brabant en de streek rond Stockholm.
Een van de Seeda-initiatieven is het Enterprise Hub Network. Zo‘n hub ondersteunt kennisintensieve pioniersbedrijven door een professioneel opgezet mentornetwerk met daarop aansluitende financieringsmogelijkheden. Opvallend is dat er alleen in Zuid-Engeland al meer dan twintig van deze hubs zijn opgericht. In vrijwel alle grotere steden is een lokaal centrum voor innovatief ondernemerschap ontstaan. Het zijn miniontwikkelingsmaatschappijen die door hun lokale verankering dicht bij de bedrijven staan en zo veel invloed kunnen uitoefenen. Hiermee ontstaat tegelijk een ’radarscherm‘ van initiatieven en clusters die door een gemeenschappelijke aanpak van provincie en kennisinstellingen kunnen worden versterkt. Het zal een fantastisch vermenigvuldigingseffect hebben als wij initiatieven lokaal houden, ze op regioniveau bundelen en middels internationale programma‘s tot echte groei kunnen brengen.
De opbouw van Seeda‘s mentornetwerk is erg interessant: in de afgelopen jaren zijn er meer dan zeventig mentoren getraind die meer dan driehonderd bedrijven hebben bijgestaan. Een mentor is een ervaren ondernemer die zich inzet om jongere collega‘s terzijde te staan. Voorwaarde is dat hij non-directief en bijna onbetaald advies kan en wil geven. Hij moet qua ervaring en competenties ook echt in staat zijn om het te adviseren bedrijf een stap voorwaarts te brengen. Dit is ideaal voor opstartende bedrijven die een echte professional niet kunnen betalen. De opzet van zo‘n mentornetwerk is een belangrijke stimulans voor de verdere groei van innovatieve ondernemingen.
Noord-Brabant is ook deel van het Regions4research-programma (R4R), geïnitieerd door Stockholm. R4R wil modellen ontwikkelen voor kennisoverdracht. Een van de speerpunten is de vraag hoe we meer Europese interregionale R&D-samenwerking tot stand kunnen brengen. Een belangrijke actie is de zoektocht naar casestudies en best practices. Er is een beoordelingsmatrix gemaakt die vooral gericht is op overdracht. Persoonlijk zou ik liever meer nadruk leggen op business-development – we hebben weinig aan mooie resultaten die op de plank blijven liggen en die het bedrijfsleven niet omarmt.
Al deze interregionale programma‘s passen goed bij de initiatieven in onze regio, zoals Pieken in het Delta, de Versnellingsagenda, Spinc en het High-Tech Systems Platform, maar… In mijn perceptie zetten wij nauwelijks een stap in de richting van ’groot denken‘ in de zin van een Europese interregionale samenwerking. Ik zie drie grote voordelen van een grootsere aanpak: ten eerste kunnen we veel van de andere regio‘s leren, ten tweede zal een gemeenschappelijke interregionale aanpak de fragmentatie van regionale initiatieven tegengaan en ten derde zal het uitrollen op Europese schaal veel meer businesseffecten hebben. Door een meer lokaal gerichte hubstructuur zouden we dichter bij het bedrijfsleven komen te staan en daar ook meer committment kunnen realiseren.
Het zou toch ideaal zijn als een bedrijf niet alleen via een hub aan een goede mentor komt die het door een volgende fase heen kan loodsen, maar ook gebruik kan maken van alle mogelijkheden voor samenwerking en groei via een regionaal en internationaal netwerk. Dat bedrijf staat daarmee ook op het Europese radarscherm. Het kan dan in contact komen met alle aangesloten instanties en bedrijven, zoals bedrijven van de Southampton Hub die naar soortgelijke samenwerkingen of services op zoek zijn.
Het Europese interregionale proces van samenwerken en van elkaar leren is door de EU-initiatieven in een stroomversnelling gekomen. Nu moeten we alleen nog de bedrijven een actievere rol geven. Zij moeten de stap zetten van regionaal naar interregionaal denken – met één centraal doel: verdere economische groei.