Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek hadden Nederlandse jongens in 2005 meer en diepgaandere bètavakken in hun eindexamenpakket dan meisjes. Het aantal mannelijke en vrouwelijke scholieren zonder bètavakken in hun eindexamen was nagenoeg gelijk. Bij de havo koos 53 procent van de jongens en 55 procent van de meisjes voor een pakket zonder exacte vakken. Bij het vwo lag dit aanzienlijk lager, respectievelijk op 35 en 37 procent.
Bij een aantal vakken is het mogelijk om voor een basis- of uitgebreide variant te kiezen. Bij de bètavakken geldt dit voor wis- en natuurkunde, en op het vwo ook voor scheikunde en biologie. De algemene trend is dat meisjes vaker voor de basisvariant van een bètavak kiezen dan jongens. Bij wiskunde kiest op het vwo bijvoorbeeld 59 procent van de vrouwelijk scholieren voor de basisvariant, tegen 29 procent van de mannelijke scholieren. Alleen bij biologie kiezen meer meisjes dan jongens voor de volledige variant. Ook hebben jongens vaker meerdere exacte vakken in hun pakket dan meisjes. Bij de talen is dit beeld omgekeerd.
Aantal exacte vakken per examenkandidaat in 2005
