Minister Bruins voor Medische Zorg en Sport wil het voor mkb’ers en startups in de medische sector makkelijker maken hun vinding naar de markt te brengen. Dergelijke kleine partijen hebben vaak moeite om het dure en tijdrovende onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van hun innovatie te bekostigen. De minister roept daarom een nieuwe subsidie in het leven om hen financieel te ondersteunen. Ook worden de eisen versoepeld en moeten ontwikkelaars meer ondersteuning krijgen bij dit traject.
Nieuw medicijnen of technologie wordt doorgaans niet direct omarmd. De medische sector moet eerst overtuigend bewijs zien van de meerwaarde, en vaak is dat ook nodig voor vergoeding door verzekeraars. In Nederland moet bijvoorbeeld het Zorginstituut haar goedkeuring verlenen voordat de innovatie wordt opgenomen in het basispakket. Ook de nieuwe Europese regels vragen om meer bewijs van effectiviteit. Daarvoor is onderzoek nodig in een grote groep patiënten, wat jaren in beslag kan nemen en een zware wissel trekt op een klein bedrijf (zie bijvoorbeeld het interview met Nemo Healthcare-ceo Hans Brons).

In 2012 kwam het het kabinet al met een regeling om dit soort onderzoek makkelijker te maken waarbij veelbelovende producten tijdelijk goedkeuring kregen van het Zorginstituut zodat ze al in de praktijk toegepast konden worden. Die maatregel blijkt echter niet goed te werken, omdat het nieuwe product voor alle patiënten beschikbaar komt en de fabrikant met veel verschillende scenario’s rekening moet houden.
Met de nieuwe subsidieregeling kan de fabrikant een gerichter onderzoek opzetten worden met een geselecteerde groep patiënten. Bovendien wordt de regeling minder bureaucratisch. Zo hoeven fabrikanten niet meer direct met gedetailleerde projectplannen te komen voor een aanvraag. Verder wordt er vanuit ervaren onderzoekscentra gewerkt aan een adviescentrum om de kleinere partijen bij te staan bij dit soort onderzoek.
Bruins’ maatregel is onderdeel van een groter pakket waarvoor in totaal 105 miljoen per jaar beschikbaar komt. Dat geld is ook bedoeld voor een nieuwe regeling rond specifieke geneesmiddelen, en voor betere evaluatie van reeds toegelaten middelen. De nieuwe maatregel gaat per 1 januari 2019 in.