Karlijn Raats
15 February 2008

Veertien jaar lang foeterde Wim Hendriksen bij ASML op hbo-studenten. De toenmalige manager softwareontwikkeling vond dat zij niet genoeg wisten als ze van school kwamen. Nu zet hij zich als lector aan de Fontys Hogeschool en coördinator van Devlab in voor onderwijsverbeteringen. Onlangs won hij voor zijn inspanningen de Award Onderwijsvernieuwing 2007 op het Nationaal Onderwijscongres. Wie is Bits&Chips-columnist Wim Hendriksen en waarom moeten we hem kennen?

Wat gebeurde er op het Nationaal Onderwijscongres in Eindhoven?

’Op dit congres bespraken ongeveer 250 beleidsmedewerkers, docenten uit het hoger- en wetenschappelijk onderwijs en ambtenaren welke kant het hoger onderwijs op moet in de komende vier jaar. Daar kreeg ik de prijs uitgereikt.‘

Wat is Devlab en hoe is Devlab ontstaan?

’Development Laboratory (Devlab) is een initiatief van dertien MKB‘ers die samen met de drie technische universiteiten, de VU en de hogescholen Saxion, Windesheim en Fontys wetenschappelijk en toegepast onderzoek uitvoeren. Ongeveer vijf jaar geleden waren Theo de Ridder, lector bij de Saxion Hogeschool en ik lid van de Developmentclub, een onderdeel van de branchevereniging FHI en de denktank van het MKB op het gebied van industriële elektronica. Die club komt jaarlijks een paar dagen bij elkaar in Lemmer.‘

Techwatch Books: ASML Architects

’Tijdens een van die bijeenkomsten bespraken veertig bedrijven de optie om samen onderzoek te doen. Elektronica- en embedded-softwarebedrijven willen over tien jaar nog steeds vooroplopen in de innovatiestrijd. Probleem was dat de kennisdoorstroom van universiteiten naar het MKB niet goed liep, omdat beide groepen een andere taal spreken. Ondernemers stelden hun vragen niet duidelijk en een luisterende universiteit was ook een uitzondering. De communicatie tussen het hbo en het MKB loopt daarentegen redelijk, maar door de bezuinigingen in het onderwijs liep dat ook steeds stroever. Door het MKB, de universiteiten en het hbo beter te laten samenwerken, verandert de oude cyclus van kennisoverdracht.‘

Route67_Hendriksen3_klein web
Wim Hendriksen: ’Toevallig kreeg de brenger van het goede nieuws de prijs in handen gedrukt.‘

’Dertien van die veertig bedrijven hebben het initiatief genomen en zijn eind 2004 onder de naam Devlab gewoon begonnen. Draadloze sensornetwerken zijn het speerpunt in de onderzoekssamenwerking. De deelnemende bedrijven steken geld in Devlab en bepalen wat het lab ontwikkelt. Zij vroegen aan Theo en mij om Devlab te coördineren en de dagelijkse leiding op ons te nemen.‘

’Zo geschiedde. We betrokken een kale TU-ruimte in Eindhoven en samen met de eerste lichting van zes studenten richtten we die in. Vervolgens probeerden we het initiatief inhoud te geven en onderzoeksdoelen te formuleren. Dat was allemaal het harde pionierswerk. Later is Walter Holweg van Windesheim mee gaan doen. Die zorgde ervoor dat we een elektronicalab kregen. In de afgelopen twee jaar hebben vijfentwintig studenten, tien docenten, vijftien universitaire afstudeerders en twee promovendi voor Devlab gewerkt. Door de inzet van Henk van Leeuwen kregen we Raak-subsidies van de Stichting Innovatie Alliantie (SIA), waarmee we lectoren, docenten en studenten konden inzetten.‘

Waarom heb jij de prijs gewonnen en niet het hele Devlab team?

’Dat is inderdaad sneu, want een heleboel lectoren en studenten hebben Devlab mogelijk gemaakt. Theo de Ridder en Henk van Leeuwen, lectoren bij Saxion en Walter Holweg, docent bij Windesheim waren met mij de grote trekkers om dit proces van kenniscirculatie van en naar het hbo aan de gang te krijgen. Ik heb alleen het Devlab-verhaal gehouden op het congres. Toevallig kreeg de brenger van het goede nieuws de prijs.‘

Wat is de invloed van Devlab op met name hbo-onderwijs?

’Zowel studenten als docenten zijn werkzaam binnen Devlab. Hbo-docenten krijgen meteen mee wat er op de universiteit gebeurt. Normaal leest hij dat in publicaties en boeken, waardoor kennisoverdracht veel later aan het rollen komt. Tussen een leuk idee op wetenschappelijk niveau en toepassing van een nieuwe technologie bij een bedrijf zit normaal gesproken tien tot vijftien jaar. Alles bij elkaar duurt dat met Devlab een jaar of vier voordat nieuwe afgestudeerden deze kennis meenemen naar hun eerste werkkring.‘

’Ook docenten halen veel voordeel uit Devlab doordat zij hun curriculum aan kunnen passen zodra ze erachter komen dat de afstuderende studenten essentiële kennis niet blijken te hebben. Er is een snelle terugkoppeling van de praktijk naar het onderwijs. De kennis en vaardigheden van studenten sluiten zo beter aan op de eisen van de industrie. Hbo-docenten zien ook hoe het MKB met nieuwe technieken omspringt en vergroten zelf hun vakkennis doordat zij nu medewerker in plaats van toeschouwer zijn. Hbo-studenten zijn niet langer bezig met hobbyprojecten, maar hebben met echte bedrijven te maken. Zij zien dat de technische wereld niet alleen bestaat uit flitsende stands van grote bedrijven op banenbeurs, maar dat MKB‘ers wel degelijk sterk innoveren. Ook weten hbo-studenten door de multidisciplinaire Devlab-projecten meer af van de nieuwste technieken. Ten slotte spoort het contact met universitaire wetenschappers hen aan om op universitair niveau door te studeren.‘

’Universiteiten halen voordeel uit doelgericht wetenschappelijk onderzoek, efficiënte valorisatie en een werkende testomgeving op industriële schaal.‘

Waarom al deze onderwijsinspanningen?

’Ik heb vijftien jaar bij ASML gewerkt. Daar riep ik altijd dat ik niets kon met schoolverlatende hbo‘ers, omdat ik vond dat ze niet genoeg weten. In 2002 belde de Han Hogeschool me op met de uitnodiging. ’Als je dat vindt, kom maar helpen.‘ Zeg daar maar eens nee tegen. Nu werk ik bij Fontys Hogeschool ICT in Eindhoven. Ik wil me zo nuttig mogelijk maken in dit leven.‘