Aan de vooravond van het jaarcongres van het American College of Cardiology kondigt Philips aan dat het toestemming heeft verkregen van de FDA om zijn Echonavigator in de VS te plaatsen. Voor de Europese markt was eerder al toestemming verleend.
Het product maakt het mogelijk om het hartweefsel en katheter tegelijk in beeld te brengen tijdens minimaal-invasieve ingrepen aan het hart – een ogenschijnlijk simpele en logische feature, maar technisch lastig. Voor het afbeelden van de katheter en het driedimensionale hart moeten namelijk twee verschillende technieken gebruikt worden, respectievelijk echografie en röntgen. In de praktijk moeten de artsen tijdens de procedure de twee beeldvormende technieken vanaf het beeldscherm met elkaar correleren.

Vorig jaar bracht Philips al een oplossing op de markt die dit probleem voor een specifiek scenario oplost, namelijk het plaatsen van een hartklep. De aanpak hierbij is om van te voren een virtueel model van het hart op te stellen met de echobeelden. Tijdens de ingreep correleert de computer de röntgenbeelden aan dit model.
Bij Echonavigator worden de röntgen- en ultrageluidbeelden direct gecombineerd. De ultrageluidmeting bij dit soort ingrepen gaat via een probe die via de slokdarm vlak achter het hart wordt gebracht. Deze probe is te zien in het röntgenbeeld. In het Philips-systeem worden de locatie en oriëntatie van deze probe gemeten, waardoor de beelden van de twee systemen aan elkaar gekoppeld kunnen worden.