Philips gaat samen met het Amerikaanse Bruker Biospin de Magnetic Particle Imaging-technologie voor medische beeldvorming verder ontwikkelen. Daarvoor tekenden de bedrijven een intentieverklaring. Het grote voordeel van MPI is dat het de concentraties van ingespoten deeltjes dynamisch en realtime in kaart kan brengen met hoge resolutie. Dat kan door magnetische deeltjes te gebruiken; het lichaam is zelf nagenoeg niet magnetisch en stoort het signaal daarom nauwelijks. De deeltjes zijn bijna vijftig keer per seconde te meten met een resolutie van ongeveer een kubieke millimeter. Philips denkt dat de technologie belangrijk kan zijn voor de diagnose van hartkwalen. Daar is het belangrijk om de bloedstroom en -doordringing te kunnen kwantificeren.
Volgens de overeenkomst zal Bruker Biospin een scanner ontwikkelen bij zijn Duitse afdelingen in Ettingen. Bruker Biospin is een onderdeel van Bruker, dat apparatuur voor medische beeldvorming maakt. De partijen willen de technologie samen vermarkten.
Als ze klein genoeg zijn, nemen magnetische deeltjes de oriëntatie van een extern magnetisch veld over, een gedrag dat bekend staat als superparamagnetisme. Tijdens het magnetiseren zenden de deeltjes zelf een elektromagnetisch signaal uit. Door een oscillerend magnetisch veld aan te leggen, kan een antenne een permanent signaal oppikken.

Om daar een ruimtelijk plaatje van te maken, wordt eerst een sterk magneetveld aangebracht dat het oscillerende veld volledig overstemt. De deeltjes genereren op dat moment dus geen puls. Door nu een ’gat‘ in het sterke veld te maken, komen de deeltjes aldaar onder invloed van het oscillerende veld en kan het signaal lokaal worden gemeten. Op die manier is de meetplek door het weefsel heen te scannen. De verkregen beelden zijn vervolgens te combineren met andere beeldvormingstechnieken.
De aankondiging om de technologie door te ontwikkelen, volgt op een publicatie van Philips-researchers in het maartnummer van Physics in Medicine and Biology, waarin ze beschrijven hoe ze de bloedstroom in een muizenhart in kaart brachten. Daarvoor gebruikte het bedrijf een bestaand MRI-contrastmiddel van ijzeroxidedeeltjes met een diameter tussen de 45 en 60 nanometer.