Elke week verslechteren de verwachtingen over hoe diep de huidige recessie nog zal gaan en hoe lang die zal aanhouden. De broekriem van de Nederlandse industrie is al geruime tijd flink aangetrokken, om de kosten enigszins in overeenstemming te brengen met de teruglopende inkomsten. De Nederlandse economie is het afgelopen jaar bijna 5 procent gekrompen, terwijl we de jaren daarvoor groeiden met ruim 3,5 procent. We bevinden ons in een ware laagconjunctuur en we blijven krimpen. En op krimp hebben we geen echt succesvol scenario als antwoord in de kast liggen, behalve Keynes misschien. Maar zijn model wordt lastig als de basis van de krimp een financiële crisis is, waarmee geld een zeer schaars goed is geworden.
De stemming onder industriële ondernemers bereikte afgelopen kwartaal dan ook het laagste punt sinds het begin van de metingen in 1985, meldt de site van het CBS. Die ondernemers wisten met elkaar even niets beters dan bezuinigen. Daarmee vingen ze het afgelopen jaar de eerste klappen op.
Volgens de voorspellingen dreigen deze zomer de bezuinigingsdijken door te breken; na dit vakantieseizoen zouden meer serieuze uitvalsverschijnselen van de recessie zich wel eens kunnen gaan manifesteren en hun tol gaan eisen. Hebben de effecten van de recessie zich tot op heden vooral laten voelen op de aandelenbeurzen, nu stromen die effecten ook de reële economie binnen. Als eerste voorbeeld wordt daarbij de bouwwereld genoemd, die vanaf september met lege orderboeken zit.
In de eerste helft van dit jaar nam de werkeloosheid met een bescheiden vier- tot vijfduizend banen per maand toe. Vanaf nu gaat die echter een enorme versnelling doormaken. Het aantal werkeloze Nederlanders zal verdubbelen van de huidige 350 duizend naar ruim 750 duizend in 2010.
Bezuinigen gaat ons niet langer meer helpen. Dat is een overlevingsstrategie in de hoop dat op afzienbare termijn alles weer beter wordt. Het is dus tijd om te schakelen. Het spel is veranderd, dus we moeten nieuwe regels verzinnen. Sinds Darwin weten we dat niet de sterkste overwint. Niet de grootste. Zelfs niet de slimste. Degene die overleeft, is diegene die zich het best aanpast aan de veranderingen in de directe leefomgeving.
Voor sommigen zullen de veranderingen te talrijk en te snel komen. Mogelijk dat regelingen van de landelijke overheid hen aan voldoende schakeltijd helpen. Maar de noodzaak tot veranderen de komende tijd blijft even groot. Behalve misschien voor de potentiële winnaars uit deze recessie. Dat zijn volgens mij de bedrijven die kiezen of hebben gekozen om te blijven innoveren. Die hun investeringen daarin overeind houden, ongeacht de teruggelopen inkomsten. Voor alle andere industriële ondernemers wordt het tijd de regie in hun voortbrengingsketen weer op te pakken, alle spelers daarin bij elkaar te roepen en te gaan nadenken over hoe ze samen kunnen innoveren. En straks samen de opbrengst van die innovatie kunnen verdelen.
Deze verwachtingen heb ik overigens ook op individueel niveau. Werknemers die in zichzelf blijven investeren, ongeacht de teruglopende mogelijkheden die hun werkgever kan bieden in deze markt, zullen straks de meest gewilde krachten zijn.
Het zijn schrale tijden. Maar in armoede wordt de echte creatieveling geboren, zou ik willen betogen, zodat we straks kunnen spreken van Nederland vóór en ná de recessie van 2009. Ik ben hoopvol en opgetogen het allemaal mee te maken, want het zijn dynamische tijden.