Met de opening van het Data Science Center Eindhoven speelt de TUE in op de toenemende rol van data in de maatschappij. Het centrum brengt het bedrijfsleven en de onderzoekswereld bijeen om samen waarde te halen uit de gegevens die in sterk groeiende hoeveelheden beschikbaar komen.
In het nieuwe Data Science Center Eindhoven (DSCE) gaan faculteiten van de lokale TU en industriële partners samenwerken om orde te scheppen in de groeiende bergen data die computersystemen produceren. ‘Bedrijven worstelen vaak met het probleem dat ze veel gegevens genereren maar geen idee hebben hoe ze daar waarde uit kunnen halen. Daar willen we ze bij helpen’, verklaart Wil van der Aalst, mede-initiatiefnemer en wetenschappelijk directeur van het DSCE.
‘De rol van data neemt sterk toe, niet alleen in de maakindustrie maar bijvoorbeeld ook in e-business en ziekenhuizen’, schetst Van der Aalst, die tevens hoogleraar architectuur van informatiesystemen is aan de TUE. ‘Negentig procent van alle huidige gegevens is de afgelopen twee jaar geproduceerd en over tien jaar zal de hoeveelheid nog eens vijftig keer zo groot zijn. Dit heeft een enorme invloed op de werkzaamheden van gebruikers, organisaties, ingenieurs en onderzoekers.’
Volgens Van der Aalst is de algemene verwachting dat er een nieuw beroep ontstaat: dat van datawetenschapper. ‘De ingenieur van de toekomst zal meer dan ooit moeten kunnen omgaan met de grote hoeveelheden gegevens. In veel disciplines is een duidelijke verschuiving waarneembaar van modelgedreven onderzoek naar meer empirisch onderzoek waar modellen voortdurend worden geconfronteerd met harde data. Net zoals in de jaren tachtig en negentig de informatica is voortgekomen uit de wiskunde, zien we nu de geboorte van data science als nieuw vakgebied met grote maatschappelijke relevantie.’ Met het nieuwe centrum speelt de TUE in op deze ontwikkeling.

Eigen opleiding
Het DSCE is stevig geworteld in de Eindhovense onderzoekswereld. Naast Van der Aalst en mede-initiatiefnemer Emile Aarts, decaan van de faculteit Wiskunde & Informatica, heeft het nog zes geestelijke vaders: TUE-professoren Wijnand IJsselsteijn, Ton Koonen, Fred Langerak, Johan van Leeuwaarden, Matthias Rauterberg en Jack van Wijk. ‘Zij vertegenwoordigen respectievelijk de expertises sociale wetenschappen, elektrotechniek, bedrijfskunde, wiskunde, industrieel ontwerp en informatica – allemaal essentieel omdat het nieuwe vakgebied alle disciplines raakt’, weet Van der Aalst. Daarnaast neemt een tiental leerstoelen van de TUE deel.
Ondanks dat het nog in de opstartfase zit, heeft het DSCE ook al verschillende bedrijven aan zich weten te binden. Zo heeft het onder meer Philips, Perceptive Software, Synerscope en Adversitement gestrikt. ‘Het zou mooi zijn als we de regio als Data Science Valley op de kaart kunnen zetten’, kijkt Van der Aalst vooruit.
Het nieuwe centrum is nog ‘in hoge mate virtueel’, aldus de wetenschappelijk directeur. ‘We hebben nog geen echte eigen ruimte. Op termijn is dat wel het idee. Adversitement zit al met een aantal mensen op de campus en het is niet ondenkbaar dat meer partnerbedrijven hun R&D-tak hier neerzetten.’ In vijf jaar wil het DSCE ook een eigen bachelor- en masteropleiding creëren om aan de groeiende vraag naar datawetenschappers te kunnen voldoen.