Na de pc, de smartphone en de tablet komen de slimme auto’s en gebouwen. NXP kan daar als geen ander op inspelen, vertelt CTO Hans Rijns.
Cijfers liegen niet: het gaat goed met NXP. Afgezien van het in de halfgeleiderindustrie meestal wat mindere vierde kwartaal presenteert de chipmaker al drie jaar bijna ieder kwartaal groeicijfers. De omzet benadert daardoor inmiddels het niveau van een jaar of zeven geleden, voordat het bedrijf zich genoodzaakt zag afscheid te nemen van systemen-op-chips voor onder meer mobiele telefoons en tv’s. De hoge schuld waaronder NXP in die tijd gebukt ging, en die even het ergste deed vrezen, is ruim gehalveerd tot een niveau dat niemand meer zorgen baart. Niet voor niets bereikte de koers van het aandeel NXP in New York in november zijn hoogste punt ooit.
NXP behaalt deze resultaten vooral met wat het zelf noemt high-performance mixed-signal chips. Dat zijn IC’s die digitale en analoge functionaliteit combineren, en typisch de schakel vormen tussen de analoge realiteit en het digitale hart van moderne elektronica. Sensorsignalen die moeten worden vertaald voor het motormanagementsysteem, registratie van de ov-chipkaart aan de incheckpaal of RF-signalen omzetten: het is maar een greep uit het brede palet van technologieën en markten waar de chipmaker zich mee inlaat.
Dat palet kan nog flink groeien, denkt NXP, in grootte én in diversiteit. Volgens CTO Hans Rijns is zijn bedrijf zelfs bij uitstek gepositioneerd om te profiteren van de volgende groeistuip in de halfgeleiderindustrie, die zal draaien om silicium oplossingen die de interactie tussen mens en elektronische omgeving naar een nieuw niveau tillen. ‘Secure connections for a smarter world’, beschrijft NXP zijn missie tegenwoordig, in een onlangs gelanceerde slogan. Bits&Chips vroeg Rijns om een toelichting.

Zelfdiagnose
Natlab- en Philips Semiconductors-veteraan Rijns nam de technische leiding bij NXP in de zomer van 2012 over van René Penning de Vries, aanvankelijk ad interim en sinds begin dit jaar definitief. In tegenstelling tot zijn voorganger maakt hij geen deel uit van het managementteam. ‘Ik houd me liever met de technische inhoud bezig dan met organisatorische kant van de zaak’, verklaart Rijns deze overigens niet ongewone constructie. Anders dan Penning de Vries is Rijns echter tegelijk CTO en hoofd research, de functie die hij bekleedde voordat hij het CTO-schap erbij nam.
In zijn kantoor op de High Tech Campus legt Rijns uit dat NXP zich tegenwoordig nadrukkelijker positioneert als bedrijf dat bijdraagt aan het verbeteren van de leefomgeving. Dat is een heel brede paraplu, maar een onderneming als NXP heeft dat nodig. Denk bijvoorbeeld aan slimmere en schonere oplossingen voor mobiliteit, of aan comfortabelere en efficiëntere gebouwen. Dit soort thema’s vertakt zich vervolgens weer in een breed scala aan toepassingen, zoals de zelfrijdende auto of een huis dat de lichten en de verwarming uitdoet als de (laatste) bewoner het pand verlaat. Nog een of meerdere vertakkingen verder zijn dergelijke applicaties gereduceerd tot hun elementaire bouwblokken: de chips.
‘Iedereen in de industrie is het daar wel over eens: dit soort halfgeleidertechnologie wordt de drijvende kracht achter de volgende groeigolf’, zegt Rijns. ‘De chipindustrie groeit met horten en stoten. Het begon met het mainframe, toen kwam de pc, daarna de mobiele telefoon en de tablet en smartphone. Als volgende stap zullen we autonoom opererende systemen zien, die op hun omgeving reageren en met andere systemen overleggen.’
‘Als je dat soort systemen ontleedt, zie je dat er een heleboel elementen in zitten die ons natuurlijke speelterrein zijn’, vervolgt de CTO. ‘Neem nu zoiets als home automation. Daarvoor heb je low-power radiocommunicatie nodig tussen sensornodes, iets dat wij tot onze kerncompetenties rekenen. Je wilt wellicht niet dat de data die worden uitgewisseld voor iedereen toegankelijk zijn, dus er zit ook een element van beveiliging in – iets waar wij met onze Identificatie-business ook veel verstand van hebben. En je hebt natuurlijk sensoren nodig. Dat is niet van oudsher ons terrein, maar we investeren er al enige jaren fors in.’
Op een vergelijkbare manier ziet NXP in en rondom de auto van de toekomst allerlei aanknopingspunten om zijn kennis op los te laten. Auto’s die met elkaar en met verkeersmanagementsystemen communiceren, die de bestuurder waarschuwen voor dreigend gevaar en automatisch hulpdiensten inschakelen als dat niet het gewenste effect heeft. ‘Allemaal technologie die ons op het lijf is geschreven.’
Goed, we begrijpen nu wat ‘smart world’ in NXP’s missionstatement verbeeldt, en we begrijpen de cruciale rol die secure connections daarin spelen. Maar de slogan laat één aspect onbenoemd, benadrukt Rijns: de noodzaak van robuustheid. ‘Als nu de bluetoothverbinding tussen je telefoon en je auto even wegvalt, levert dat irritatie op, maar haperende verbindingen tussen communicerende auto’s kunnen zeer ernstige gevolgen hebben. Meer algemeen hebben we voor autonoom functionerende systemen een nieuw niveau van robuustheid nodig.’ De slimme leefomgeving heeft geen genade voor haperende verbindingen en vastlopers.
Hoewel NXP dus ontwikkelingen aan de horizon ziet die vrijwel naadloos aansluiten op zijn kerntechnologieën, is het niet zo dat het zomaar even wat oplossingen in elkaar kan knutselen. ‘Als je dieper kijkt, zie je dat er nog een groot aantal innovaties nodig is om robuustheid te garanderen. Daar schuilen nog prachtige uitdagingen in. Denk bijvoorbeeld aan chips die niet voor het worstcasescenario zijn ontworpen, maar die aan zelfdiagnose doen en zich aanpassen aan de omstandigheden.’
Versnellen
Om de robuuste oplossingen van de toekomst te vinden, vertrouwt NXP niet alleen op zijn eigen researchorganisatie, maar zoekt het ook samenwerkingsverbanden met kennisinstellingen. ‘We werken met open-innovatieprogramma’s, maar niet op de oude Philips Semiconductors-manier waarbij we partner worden en een beetje mogen meekijken. Dat is helemaal niet mijn stijl. NXP heeft specifieke doelstellingen met specifieke onderzoeksvragen, die we onderbrengen in een soort bilaterale samenwerkingsverbanden – een stuk of vijftien hebben we er momenteel. Ik zeg weleens: mijn mensen zijn natuurlijk by far de slimste, maar ook zij kunnen zich nog laten inspireren’, lacht Rijns.
NXP’s kijk op partnerschappen lijkt goed aan te sluiten op het huidige topsectorbeleid, dat een aanzienlijk bedrag reserveert voor cofinanciering van projecten die vanuit de industrie worden aangedragen. Toch heeft zijn bedrijf volgens Rijns weliswaar goede relaties en diverse projecten met universiteiten in de regio, en zelfs een aantal medewerkers die zijn aangesteld als deeltijdhoogleraar, maar niet zo veel echt langetermijnprogramma’s als je zou verwachten. Een opmerkelijke situatie, aangezien mixed-signal chips een specialiteit is van de regio Delft, Leuven en Twente. Deze driehoek is altijd buitengewoon sterk vertegenwoordigd op de prestigieuze ISSCC-conferentie, waar alleen de allerbeste inzendingen worden uitgenodigd om een paper te presenteren.
‘Het is een moeilijk punt’, erkent Rijns. ‘Wij moeten zeker meer aanhaken bij het topsectorbeleid. Daar zijn we ook heel specifiek mee bezig. Maar dat is slechts een deel van de puzzel. Mijn ervaring is …’, Rijns pauzeert om zijn woorden zorgvuldig te kiezen, ‘dat Nederlandse universiteiten nauwelijks programmatische invloed van de industrie accepteren en te gefragmenteerd onderzoek verrichten. Het topsectorbeleid werkt een andere richting in, maar er is nog een lange weg te gaan, denk ik.’
‘In Singapore bijvoorbeeld word ik uitgenodigd om mijn innovatieprioriteiten te delen, zodat de universiteit haar programma’s daarop kan afstemmen. En zij leveren dan ook nog eens studenten af die precies in ons profiel passen. Nou, dat is voor Nederlandse universiteiten echt nog een brug te ver. In termen van industrieel relevant onderzoek moeten zij nog een flinke stap maken.’ Niet dat Rijns denkt dat de stap nooit gemaakt zal worden. ‘Meerjarige multidisciplinaire programma’s zoals ASML dat doet, zijn best denkbaar.’
Rijns spreekt nog meer geruststellende woorden. ‘NXP is er zich volkomen van bewust dat zijn technologiebasis in Europa ligt. Dat willen we ook zo houden. Maar met zo veel van onze klanten in Azië, moeten we sommige dingen gewoon daar doen. Dus als wij daar uitbreiden, wil dat niet zeggen dat de positie van Europa ter discussie staat. Daar liggen businessredenen aan ten grondslag. Ook doen we het weleens als we denken onze innovatie te kunnen versnellen, bijvoorbeeld als we kunnen aanhaken op een ecosysteem.’