A.K. vraagt:
Enige tijd geleden solliciteerde ik op een functie als operationsmanager bij een snelgroeiend technologiebedrijf. Het is een zeer interessante positie op het kruispunt van management, organisatie en techniek. Vanwege de omvang van de organisatie zouden ook contacten met klanten en productiepartners deel uitmaken van de functie. Mijn enthousiasme was groot. De functie sluit naadloos aan bij mijn achtergrond en ligt technisch en organisatorisch in het verlengde van mijn vorige baan. Op technisch gebied zou ik – denk ik – het verschil kunnen maken. Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik mij gespecialiseerd in het specifieke domein waarbinnen het bedrijf werkzaam is en ik heb meer dan tien jaar ervaring in operationsmanagement.
Na de eerste telefonische kennismaking had ik gesprekken met de directie en hrm. In mijn ogen liepen deze uitstekend en ik zag uit naar het vervolg. Tot mijn verbazing kreeg ik binnen enkele dagen te horen dat mijn profiel minder goed aansloot dan dat van andere kandidaten. Omdat de match in mijn ogen zo ontegenzeggelijk is, heb ik contact opgenomen met hrm. Ik heb voorgesteld om een maand onbezoldigd ‘proef te draaien’ bij het bedrijf. Ik denk dat ik snel kan schakelen en meteen mijn toegevoegde waarde kan laten zien. Ik zou vrijwel meteen kunnen beginnen. Mocht het bevallen, dan kan deze maand alsnog worden verrekend, en anders niet. Wat denk je hiervan?
De headhunter antwoordt:
Ik ben het met je eens dat je kandidatuur voor deze functie sterk is, althans op papier. Daarom ben je immers uitgenodigd voor de persoonlijke kennismaking met het management. Na deze gesprekken heeft het bedrijf echter geoordeeld dat je toch minder goed past in de organisatie. De redenen zijn je ook meegedeeld, niet slechts dat andere kandidaten beter passen maar tevens de inhoudelijke punten waar je minder sterk op scoort.
Vreemd genoeg was de eerste indruk die je maakte in de gesprekken dusdanig sterk dat je – indien je dit had kunnen vasthouden – vrijwel zeker een aanbieding tegemoet had kunnen zien. In het verdere verloop, toen je vragen kreeg over je visie op management, kwam je echter veel minder sterk over. Niet alleen tuurde je veelvuldig uit het raam en keek je je gesprekspartners nauwelijks meer aan, ook de inhoud van je antwoorden was allerminst overtuigend. Je kwam slecht uit je woorden en je bleek in essentie niet over een visie op management te beschikken. Bestaande managementtechnieken schreef je af: ‘Daarvoor ben ik niet de juiste man.’ Ik begrijp dat je deze mededeling in alle oprechtheid hebt gedaan, maar je moet je realiseren dat je hiermee geen hoge ogen gooit bij directies die wel belang hechten aan professioneel management.
Toen je de overeenkomsten van je vorige functie en de openstaande rol benadrukte, kwam je evenmin goed uit de verf. Je stelde dat je je eerdere werkgever vanuit eenzelfde ontwikkelingsfase naar een hoger plan had gebracht. De reden van je vertrek bij dit bedrijf en van je succes in deze rol bleef echter volkomen in de lucht hangen. In combinatie met je antwoorden over management wekte je juist de indruk dat je door het ontbreken van managementskills niet langer te handhaven was. Je had je ervan bewust moeten zijn dat ze dit verband zouden leggen. Je toont daarmee aan niet sensitief te zijn in sociale situaties waarin jij een ander moet overtuigen. Het ligt voor de hand dat onbezoldigd proefdraaien na deze evaluatie niet meer bespreekbaar is.