Kees_Beenakker

Kees Beenakker is wetenschappelijk directeur van Dimes.

21 September 2010

Deze zomer was ik uitgenodigd om samen met collega‘s van vooraanstaande Amerikaanse universiteiten als Berkeley, MIT en Stanford de faculteit Electrical Engineering van de Tsinghua-universiteit in Beijing te evalueren en om suggesties te doen hoe Tsinghua zich verder zou kunnen ontwikkelen van de belangrijkste TU in China tot een instituut van wereldformaat. Op de avond ervoor hadden we een interessante discussie over wat nu eigenlijk de kenmerken zijn van een wereldklasse universiteit. Zaken die het panel noemde, waren onder meer een internationale researchagenda, een goed doordachte strategische visie, aantrekkingskracht tot buitenlands toptalent, het creëren van tekstboeken en online lesmateriaal, plus natuurlijk basisfactoren als talent, goede faciliteiten, goede administratie en steun van de overheid.

Vervolgens hadden we gesprekken met de diverse geledingen van de universiteit. Opvallend was de hoge kwaliteit en sterke motivatie van de studenten. Ik vroeg me af waarom Tsinghua met al dat talent sowieso nog niet tot de wereldtop behoort. Reden is dat het systeem nog veel tegenhoudt. Het curriculum is gebaseerd op zo veel mogelijk kennis vergaren en er niet op ingericht om studenten aan te leren in een sterk veranderende technologische samenleving zelf kritisch kennis te vergaren. De blootstelling aan de internationale wetenschappelijke wereld is niet groot. Proefschriften moeten in het Chinees en deelname aan internationale conferenties is beperkt.

De salarissen van de wetenschappelijke staf is ongeveer een vijfde van wat je in een bedrijf kunt verdienen. Dat is ook niet bevorderlijk voor de kwaliteit. Om hun loon aan te vullen, zijn hoogleraren vaak meer bezig met een eigen bedrijf dan met hun werkzaamheden waarvoor de universiteit ze betaalt. Studenten klagen dat ze daardoor vaak routinewerk moeten doen. Experimentele faciliteiten zijn slechts bij uitzondering van hoog niveau. Er is weinig multidisciplinaire samenwerking, terwijl juist daar nieuwe ideeën en innovaties worden geboren.

Nu de Tsinghua-universiteit haar maatschappelijke taak om de nationale industrie op gang te helpen min of meer heeft vervuld, heeft ze zich ten doel gesteld een geduchte internationale concurrent te worden op het gebied van grensverleggend onderzoek en onderwijs – ongetwijfeld gevolgd door andere Chinese universiteiten. De overheid zal deze ambitie zeker ook financieel ondersteunen.

Dat onderstreept nog eens de noodzaak om onze eigen research te versterken. Veel tekens wijzen erop dat we dat niet echt van plan zijn. Universiteiten moeten nu al sterk bezuinigen, waarbij moeizaam opgebouwde infrastructuur zeker niet gespaard zal blijven. Wellicht dat de politici tijdens de formatiebesprekingen het onderwijs sparen, maar dan nog zal de prioriteit liggen bij de mbo-problematiek. Tijdens de verkiezingsdebatten heeft alleen het CDA het woord ’innovatie‘ genoemd. Dat geeft dus ook weinig hoop.

De instroom in de bachelor van studenten elektrotechniek is gemiddeld over de drie TU‘s wederom afgenomen. Als ik de vooraanmeldingscijfers van 3 juli mag geloven met 8 procent. Noodgedwongen doen we ook ons best om de instroom van buitenlands toptalent te verlagen door de collegegelden voor niet-EU-studenten te verhogen tot 12,5 duizend euro per jaar, waardoor de masterstudie elektro inclusief kosten van levensonderhoud op zo‘n 45 duizend euro komt. Door de financiële crisis is het niet te verwachten dat de sponsoring vanuit de industrie ineens geweldig zal toenemen. De politiek moet zich realiseren dat juist voor onze hightechindustrie de ontwikkeling van sterke, zich niet tot de EU beperkende wetenschappelijke en industriële netwerken essentieel is.

Inmiddels is het nieuwe academische jaar weer begonnen en krijgen verwachtingsvolle jongens en meisjes hun eerste colleges om de wereld van de technologie te ontdekken. Daarmee willen ze later bijdragen aan de oplossingen voor de grote maatschappelijke problemen rond energie, infrastructuur, milieu en gezondheid. Laten we hopen dat de formatiebesprekingen ertoe leiden dat aan hen ruim baan wordt gegeven.